« Verf » is een vloeibaar, oplosbaar of kneedbaar product. Deze tekst handelt over « gebruiksverven » die verkocht worden in de « doe-het-zelf » rayon en gebruikt worden voor binnenhuisdecoratie, voor het beschermen van buitenoppervlaktes of om allerlei dagelijkse gebruiksvoorwerpen te voorzien van een laagje, in tegenstelling tot « kunstverven », gebruikt door kunstschilders.
De wetgeving in verband met « gebruiksverven » is niet van toepassing op « kunstverven ».
Er wordt een onderscheid gemaakt al naar gelang de producten al dan niet dekken of al dan niet tijdens het drogen een ondoorlaatbare film vormen (filmogeen product) :
| Dekkend | Translucide (transparant) | |
| Filmogeen/filmvormend | Verven | Vernis |
| Niet filmogeen/niet filmvormend | Plamuur | Was, impregneerolie |
- In welke vorm wordt gebruiksverf te koop aangeboden ?
- Welke zijn de voornaamste bestanddelen van gebruiksverf ?
In welke vorm wordt gebruiksverf te koop aangeboden ?
Verven wordt meestal te koop aangeboden in vloeibare vorm en worden aangebracht in een of meerdere lagen, met een kwast, een rol of een spuit. Er zijn ook verven in pastavorm die moeten worden aangebracht met een mes (een klein truweel). In de industrie wordt ook gebruik gemaakt van verven in poedervorm, die worden aangebracht via elektrostatisch spuiten of door onderdompeling om nadien te verharden.
Om een degelijke deklaag te bekomen, is het nodig dat vloeibare verven of die in pastavorm drogen door verdamping van de oplosmiddelen. Deze fase wordt meestal gevolgd door verharding waardoor de fysische eigenschappen verbeteren.
- Welke zijn de voornaamste bestanddelen van gebruiksverf ?
Verf (of plamuur) bestaat meestal uit :
• vulstoffen of vulmiddelen: deze onoplosbare poeders dragen, in tegenstelling tot de pigmenten, slechts in geringe mate bij tot de ondoorschijnendheid en de kleur (talk, mica, silicaat, calciumcarbonaat) ;
• pigmenten: dit zijn fijne poeders die zorgen voor de ondoorschijnendheid en kleur (bijvoorbeeld titaandioxide, Terrasiena, gele oker, ijzeroxide, zinkoxide) ;
• bindmiddelen, die de pigmenten/korrels onderling binden en zorgen voor consistentie en transparantie (lijnolie, hars, Arabische gom, was, enz.) ;
• verdunners of oplosmiddelen, die het bindmiddel voldoende vloeibaar maken zodat de verf gemakkelijker kan worden aangebracht (terpentijnolie, water, organische oplosmiddelen, olie); na het aanbrengen van de verf verdampen de oplosmiddelen en wordt de verf harder (droogt ze) ;
• hulpstoffen, producten die men gebruikt in kleine hoeveelheden om sommige eigenschappen van de verven te versterken, zoals de vuurbestendigheid, de schimmel- of insectenwerende werking ... De meest gekende hulpstof is siccatief die de droogtijd van de verf verkort.
Naast pigmenten en bindmiddelen bevat verf ook diverse producten die de elasticiteit of de resistentie ervan verhogen.