Walvisachtigen zijn zeezoogdieren die doorgaans walvissen, dolfijnen of bruinvissen genoemd worden. Traditioneel bestaat er een willekeurig onderscheid tussen de grote en de kleine walvisachtigen. De groep van de grote walvisachtigen bestaat uit de baardwalvissen (vinvissen, walvissen, …) en de potvis. De term « kleine walvisachtige » duidt op alle tandwalvissen met uitzondering van de potvis: zwaardwalvissen, dolfijnen, bruinvissen, …

Buitengewone dieren

Walvisachtigen stammen af van landdieren en bestaan sinds meer dan 50 miljoen jaar. Ze komen in alle oceanen voor (ook in de Noordzee) en spelen een sleutelrol in de mariene ecosystemen. Heel wat soorten, vooral de grote walvissen, maken grote verplaatsingen tussen hun voortplantings- en voedselgebieden (bultruggen bijvoorbeeld kunnen jaarlijks meer dan 10.000 km afleggen). Gezien de migrerende aard van die dieren vergt de bescherming ervan internationale samenwerking. Walvisachtigen leven in complexe sociale structuren en hebben verbazingwekkende cognitieve vaardigheden: sommige soorten hebben een zelfbewustzijn en een intelligentie die vergelijkbaar zijn met die van grote apen en olifanten.

Veel gevaren …

Wereldwijd zijn er momenteel ongeveer 85 soorten walvisachtigen. Ze zijn de bewakers van het mariene milieu: de gevaren die op hen wegen, treffen ook het volledige mariene milieu. Aangezien walvisachtigen daar bijzonder gevoelig voor zijn, vormen ze een soort van indicator voor de gezondheid van de oceanen. Van de gevaren die op walvisachtigen wegen, zijn enkele welbekend (jacht, bijvangst, …) terwijl andere, zoals het gebruik van krachtige sonars, recent zijn en nog niet goed begrepen worden. Aangezien veel soorten ernstig bedreigd zijn op het vlak van populatie, investeert de internationale gemeenschap in onderzoek en in beschermende en mitigerende maatregelen.

Vandaag de dag wordt erkend dat het doden van walvissen, of het nu omwille van jacht of wetenschappelijk onderzoek is, geen bestaansreden meer heeft.