Elke persoon (natuurlijke of rechtspersoon) die een activiteit in het Belgisch deel van de Noordzee op zee wenst uit te oefenen, moet zich de vraag stellen of een federale milieuvergunning nodig is en welke procedure moet worden gevolgd.

Heb ik een milieuvergunning nodig?

Er kunnen zich drie situaties voordoen: een milieuvergunning of machtiging is nodig, een milieuvergunning is niet nodig en bepaalde activiteiten zijn altijd verboden op zee en kunnen dus niet worden toegelaten.

Voor de volgende activiteiten op zee is een milieuvergunning of machtiging nodig:

• activiteiten van burgerlijke bouwkunde (bijvoorbeeld de bouw van windturbines);
• graven van sleuven en ophogen van de zeebodem;
• gebruiken van explosieven en akoestische toestellen met een groot vermogen;
• achterlaten en vernietigen van wrakken en gezonken scheepsladingen;
• industriële activiteiten;
• activiteiten van publicitaire en commerciële ondernemingen.

Het is aan te raden vooraf contact op te nemen met de dienst Marien Milieu of de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium (BMM). Let op, ook andere vergunningen kunnen nodig zijn (gemeentelijk, gewestelijk of van andere federale administraties); neem daarvoor contact op met de andere bevoegde instanties.

Voor de volgende activiteiten op zee is geen milieuvergunning of machtiging nodig:

• beroepsvisserij;
• wetenschappelijk zeeonderzoek;
• scheepvaart, met uitzondering van achterlaten en vernietigen van wrakken en gezonken scheepsladingen;
• activiteiten die vallen onder de Wet van 13 juni 1969 inzake het continentaal plat van België (bijvoorbeeld zandwinning);
• niet-winstgevende individuele activiteiten;
• activiteiten ter ondersteuning van de bevoegdheden van het Vlaams Gewest (bijvoorbeeld kustverdediging).

De volgende activiteiten zijn verboden op zee:
• verbranding op zee;
• storten in zee;
• jacht op zee;
• recreatieve visserij met warrelnetten;
• introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s);
• directe lozingen in zee.

Naast de milieuvergunning bestaat er een verplichting van “passende beoordeling” om na te gaan wat de significante effecten zijn van activiteiten op soorten en habitats waarvoor Natura 2000-gebieden zijn ingesteld.

Wat is de procedure?

Om een milieuvergunning te verkrijgen moet de initiatiefnemer de aanvraag, samen met een milieueffectenrapport (MER), indienen bij de BMM. Het MER behandelt de impact en de alternatieven. Op basis daarvan en na raadpleging van het publiek maakt de BMM een milieueffectenbeoordeling (MEB) op.

De MEB wordt vervolgens overgemaakt aan de dienst Marien Milieu, die in een breder kader van duurzame ontwikkeling (ecologisch – economisch – sociaal) bijkomend advies kan leveren. Hierna wordt de MEB naar de bevoegde minister of staatssecretaris gestuurd.

Voor een aantal specifiek omschreven gevallen is een vereenvoudigde procedure mogelijk; voor het MER moet dan enkel een modelformulier worden ingevuld en valt de publieksraadpleging weg. Deze vereenvoudigde procedure is van toepassing op activiteiten van publicitaire en commerciële ondernemingen:

• waarbij maximum 20 gemotoriseerde vaartuigen worden ingezet;
• waarbij één of meerdere gemotoriseerde vaartuigen met een gecumuleerde cilinderinhoud van maximum 12 000 cc worden ingezet.
 

Document