Van 26 november tot 2 december vond in Punta del Este, Uruguay, de eerste vergadering plaats van het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité inzake Plasticverontreiniging (INC1). Dit is de eerste van een reeks van vijf zittingen die tot doel hebben een nieuw juridisch bindend internationaal instrument ter bestrijding van plasticvervuiling, met in begrip van zwerfvuil in zeeën en oceanen, vast te leggen. Het eindresultaat van deze onderhandelingen wordt eind 2024 verwacht en moet een effect hebben vergelijkbaar met het klimaatakkoord van Parijs.

De dringende noodzaak om plasticvervuiling te stoppen

Volgens cijfers van de VN wordt jaarlijks bijna 460 miljoen ton plastic geproduceerd. Plastics zijn verantwoordelijk voor bijna 15% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Deze verontreiniging bedreigt het milieu, de gezondheid van mens en dier en de economie. Zonder dringende maatregelen zou de productie van kunststoffen tegen 2060 verdrievoudigd kunnen zijn.

In maart 2022 heeft de Milieuvergadering van de Verenigde Naties (UNEA) een intergouvernementeel comité een mandaat gegeven om te onderhandelen over een juridisch bindende internationale overeenkomst, die de volledige levenscyclus van kunststoffen en microplastics behelst. In november werd België lid van de High Ambition Coalition (HAC), een groep van staten die de ambitie hebben om tegen 2040 een einde te maken aan de plasticvervuiling. 

Het Belgische model in de strijd tegen plasticvervuiling

Op het evenement stelden deskundigen van de federale regering en het Vlaamse Gewest de maatregelen voor die België heeft genomen om de plasticvervuiling tegen te gaan en de circulaire economie aan te moedigen. Het verbod op het gebruik van plastic producten voor eenmalig gebruik, de investeringen van de gewesten in de inzameling en recyclage van plastics en het systeem van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waarbij producenten instaan voor de financiering van de  inzameling en recyclage van een product aan het einde van de levensduur, zijn enkele voorbeelden.


 

Het engagement van de EU en de oproep tot internationale solidariteit

Tijdens de INC1 hebben de Europese Unie en haar lidstaten gepleit voor een ambitieus standpunt om tot een overeenkomst te komen, die de volledige levenscyclus van kunststoffen behelst. Deze omvat wereldwijde normen voor de productie van kunststoffen, waarbij gevaarlijke stoffen worden verwijderd en hergebruik en recyclage van plastics aangemoedigd worden.

Deze eerste vergadering van het onderhandelingscomité werd gekenmerkt door een sterke deelname van het bedrijfsleven en NGO's. Deze partijen zouden graag meer vertegenwoordigd zijn bij de onderhandelingen. Daarnaast waren ook spelers van het maatschappelijk middenveld (vrouwen- en jongerenorganisaties), evenals vertegenwoordigers van slachtoffers van plasticvervuiling zoals afvalplukkers, aanwezig.