Op maandag 25 maart 2019 vond de derde Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 2019 plaats. Door middel van een elektronische IMC werden de nog niet besliste punten van deze vergadering op 22 mei 2019 behandeld.

Volgende beslissingen werden onder meer genomen:

  • Een protocolakkoord over de wijze waarop de programmatie van 15 gespecialiseerde zorgprogramma’s voor beroertezorg over het grondgebied zullen worden verdeeld en dus tussen de gefedereerde overheden die zullen instaan voor de erkenning ervan.


    Middels het KB van 16 december 2018 was op basis van wetenschappelijke evidentie, internationale zorgmodellen en advies van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen reeds beslist om tot 15 dergelijke zorgprogramma’s te programmeren. Deze programmatie is noodzakelijk om een voldoende groot behandelingsvolume in gespecialiseerde centra te garanderen en zo de expertise van de beroertezorgteams op peil te houden.

    De verdeling van de 15 zorgprogramma’s over het grondgebied werd beslist op basis van de beschikbare gegevens over de uitgevoerd thrombectomiebehandelingen per ziekenhuis, een correcte geografische spreiding en de reeds aanwezige expertise binnen de ziekenhuizen. De Interministeriële Conferentie is akkoord over volgende verdeling:

  • Maximaal 7 centra op het grondgebied van het Vlaams Gewest
  • Maximaal 3 centra op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
  • Maximaal 5 centra op het grondgebied van het Waals Gewest

De federale overheid en erkennende overheden zullen samen, elk binnen hun bevoegdheid, de nodige stappen nemen om deze verdeling reglementair te verankeren en vervolgens over te gaan tot erkenning.

Samen met deze verdeling werd ook een roadmap afgesproken om voor de volledige beroertezorg te komen tot een optimalisering van de organisatie en kwaliteit, bv. een reflectie over de erkenningsnormen, het voorzien van indicatoren voor kwaliteitsopvolging, etc;

 

  • Een protocolakkoord over wijze waarop de programmatie van 18 bijkomende NMR-toestellen over het grondgebied zullen worden verdeeld en dus tussen de gefedereerde overheden die zullen instaan voor de erkenning ervan

     

    De eerdere beslissing tot 18 bijkomende NMR-toestellen  medische beeldvorming volgt op een evaluatie van het akkoord uit 2014 waarbij ook toen bijkomende NMR-toestellen werden voorzien. Doel van de nieuwe uitbreiding is enerzijds voldoende capaciteit inzake medische beeldvorming te verzekeren en anderzijds overconsumptie en ondoelmatig voorschrijven te vermijden, rekening houdend met de risico’s op vlak van volksgezondheid.

     

    De verdeling van de 18 bijkomende NMR-toestellen over het grondgebied werd beslist op basis van een analyse van de huidige situatie en eerdere aanbevelingen van de BELMIP-experts.  De Interministeriële Conferentie is akkoord over volgende verdeling:

  • 9 extra toestellen op het grondgebied van het Vlaams Gewest
  • 2 extra toestellen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
  • 7 extra toestellen op het grondgebied van het Waals Gewest

     

  • Een gezamenlijke visie van de federale en deelstatelijke overheden over zorgcoördinatie en casemanagement in uitvoering van de opdracht die de IMC daarover in 2018 had gegeven. De gemeenschappelijke visie definieert zorgcoördinatie als een collaboratief proces van evaluatie, planning, afstemming en belangenbehartiging, opdat de opties en diensten aan de globale zorgbehoeften en wensen van de persoon en zijn omgeving beantwoorden, via communicatie en beschikbare hulpmiddelen, om kwaliteitsvolle en kosteneffectieve resultaten te bevorderen.

     

    Een van de zorgaanbieders uit het zorgteam neemt de rol van zorgcoördinator op. Het zorgteam bestaat uit de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood, de informele zorg en de professionele zorg. Wanneer de zorgcoördinatie niet volstaat en de persoon en zijn mantelzorger niet de vereiste zorg en ondersteuning bekomen, kan een case manager ingeschakeld worden. Het case management heeft tot doel de zorgsituatie van de patiënt en de zorgcoördinatie te herstellen en te stabiliseren zodat het zorgproces terug kwaliteitsvol kan verlopen. De gemeenschappelijke visie preciseert in welke situatie een onder welke voorwaarden de inschakeling van een case manager nodig is, en welke opdrachten de case manager dient te vervullen.

     

  • De goedkeuring door de IMC en de minister van Justitie van strategische oriëntaties voor de hervorming van de penitentiaire gezondheidszorg.

     

    De IMC had volgende principes vastgelegd:

  • Gelijkwaardigheid en continuïteit van zorg in de gevangenis en de vrije samenleving
  • Door zorgverleners, onafhankelijk van de gevangenisdirectie en Justitie
  • Zoveel mogelijk inbedding van het penitentiaire gezondheidszorgbeleid in een breder gezondheidsbeleid en beleid inzake humane detentie

Werkgroepen met betrekking tot zorg (eerste lijn, gespecialiseerde somatische zorg, gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg, tandzorg, farmacie), technisch-financiële aspecten, beleidsmatige en beheersmatige aansturing en randvoorwaarden werkten op basis van deze principes verder en kwamen zo tot strategische oriëntaties die door de IMC werden goedgekeurd. De werkgroepen kregen de opdracht om over te gaan tot de opmaak van een concreet plan.

 

  • Een akkoord, in uitvoering van het door de IMC goedgekeurde preventieprotocol, over het principe dat alle coloscopieën moeten geregistreerd worden in een register met inbegrip van eventuele vroegtijdige complicaties. Er zal worden voorzien in een verplichting tot het registreren van coloscopiegegevens via een aanpassing van de interpretatieregels van de nomenclatuur, met behoud van de huidige nomenclatuurtarieven. De technische werkgroep dikkedarmkankerscreening zal zijn werkzaamheden voortzetten met het oog op het uitwerken van een concreet voorstel voor het oprichten van een nationaal coloscopieregister.

     

  • Een akkoord omtrent de cofinanciering door de federale en deelstatelijke overheden van 2 eGezondheidsprojecten, nl. het creëren van testcentra eHealth voor de validatie van software enerzijds en het opstarten van een periodieke studie over de uitrol van eGezondheid bij zorgverleners en zorggebruikers, alsook hun gebruik, waardering en verwachtingen.

     

  • Een akkoord over nog een aantal nog resterende vraagstukken inzake de uitvoering van de 6e staatshervorming.

  

Verder werd een gebruikelijke rapportering over de werkzaamheden van de verschillende interfederale interkabinettenwerkgroepen in de schoot van de IMC voorzien. Zo kwamen onder meer volgende dossiers aan bod, die de opvolging inhouden van eerdere oriëntaties en beslissingen van de IMC :

  • De rapporten vande door de IMC opgerichte thematische werkgroepen inzake zorgaanbod voor spoedeisende hulp, ouder wordende bevolking en moeder/kind;
  • De stand van zaken van de pilootprojecten in het kader van de door de IMC goedgekeurde aanpak inzake geïntegreerde zorg voor chronisch zieken;
  • De stand van zaken van de uitvoering van het preventieprotocol;
  • De stand van zaken van de uitvoering van het Actieplan eGezondheid 2019-2021;
  • De stand van zaken van de uitvoering van het gezamenlijke beleid inzake geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen, kinderen en jongeren, en ouderen;
  • Etc.

     

Madame JODOGNE, Présidente actuelle de la Conférence Interministérielle, Ministre, Membre du Collège de la Commission communautaire française (COCOF), compétente pour la Politique de Santé,

Mevrouw DE BLOCK, federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Dhr. VANDEURZEN, Minister van de Vlaamse Regering, Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Madame GREOLI, Vice-Présidente du Gouvernement wallon et Ministre de l’Action sociale, de la Santé, de l’Egalité des chances, de la Fonction publique et de la Simplification administrative,

Monsieur GOSUIN, Ministre membre du Collège réuni de pour la Commission Communautaire Commune de Bruxelles-Capitale, compétent pour la Politique de la Santé, la Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des Relations extérieures,

Dhr. VANHENGEL, Minister, Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), bevoegd voor Gezondheidsbeleid, Openbaar Ambt, Financiën, Begroting, het Patrimonium en Buitenlandse Betrekkingen,

Monsieur DEMOTTE, Ministre de la Communauté française, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles,

Monsieur ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales.          

Het secretariaat van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid wordt waargenomen door het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.