In opdracht van de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid heeft het consortium BELREEFS het eerste pilootproject opgestart voor het herstellen van platte oesterriffen in het Belgische deel van de Noordzee. Het project moet een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van de mariene biodiversiteit in onze zee.


© Saxifraga-Eric Gibcus
 
“De Europese oester is altijd een belangrijke kernsoort geweest in onze Noordzee, maar deze soort is ondertussen bijna helemaal verdwenen”, zegt Senne Aertbeliën van de dienst Marien Milieu. “Oesterriffen vervullen nochtans cruciale functies voor ons mariene ecosysteem. Ze creëren hotspots van biodiversiteit, doordat ze voedsel en schuilplaatsen voorzien voor andere soorten. Daarnaast spelen ze een rol in de koolstof- en stikstofcyclus en filteren ze zeewater. Voor ons is het actieve herstel van deze populaties dan ook een prioriteit. Dat we daarvoor op deze schaal kunnen samenwerken met wetenschappers en bedrijven is uniek.” Het consortium BELREEFS bestaat uit Jan De Nul Group, Instituut voor Natuurwetenschappen, Shells & Valves en Mantis Consulting.

Ecosysteemingenieurs
 
Platte oesterriffen zijn historisch gezien een dominante structurele en ecologische component van kust- en offshore mariene ecosystemen en droegen ook eeuwenlang bij aan kusteconomieën. Oesters worden vaak "ecosysteemingenieurs" genoemd omdat ze een habitat creëren voor hele ecosystemen. Het grootste deel van Europa's uitgestrekte oesterriffen verdween in de late 19e eeuw door menselijke invloeden, vooral door overbevissing en bodemberoerende activiteiten.  In de 20e eeuw werd de soort bovendien getroffen door de oesterparasiet Bonamia ostreae, die rond 1979 vanuit Californië in Europa werd geïmporteerd, waarschijnlijk via oestertransporten. In Frankrijk, Nederland en België verdwenen de overgebleven Europese platte oesters nagenoeg volledig ten gevolge van deze parasiet.
 
Het herstellen van deze oesterriffen is een uitdaging, die alleen kan slagen door innovatieve en creatieve oplossingen. Het is de eerste keer dat een project op deze schaal in het Belgische deel van de Noordzee wordt opgezet. Om deze complexe uitdaging te realiseren slaan overheid, industrie en wetenschap de handen in elkaar. De ingewikkelde logistiek en de gevoeligheid van de oesters aan verstoring (tijdens inzaaien, transport en installatie op zee), vraagt een diepgaande kennis van verschillende vakgebieden.

Eerste keer
 
Het BELREEFS-project is op verschillende manieren uniek. Het is de eerste keer dat oesterherstel op deze schaal zo ver op zee zal gebeuren. Daarnaast wordt het herstel uitgevoerd daar waar de oesterbedden historisch voorkwamen, namelijk bij de zogenaamde grindbedden. Om de precieze locaties voor de herstelmaatregelen te bepalen, vertrekken we bovendien van heel uitgebreide monitoring van de zeebodem en andere omgevingscondities. Verder omvat het project enkele belangrijke innovaties: zo zetten we onder andere in op het direct laten settelen van oesterlarven op geschikt substraat dicht bij de plaats waar ze in zee worden gebracht (‘remote setting’). Ten slotte zullen de oesters gedurende verschillende jaren gevolgd worden via een intensief monitoringprogramma. Zo willen we een oesterrif creëren dat zichzelf in stand houdt en bloeit en zo meehelpt om mariene ecosystemen te ondersteunen. 
 
BELREEFS is een samenwerking tussen Jan De Nul Group, Instituut voor Natuurwetenschappen, Shells & Valves en Mantis Consulting. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als onderdeel van actie T4.8 van het LIFE B4B-project.
 
Meer informatie over natuurherstel in onze Noordzee: https://www.health.belgium.be/nl/natuurherstel-onze-noordzee.