Dinsdag 13 juli ondertekenden Vincent Van Quickenborne, minister van Noordzee, Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken, en Kristof Audenaert, voorzitter van de Zoneraad van Hulpverleningszone 1, een partnerovereenkomst in verband met pollutiebestrijding op zee. Hierdoor wordt de samenwerking tussen de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, de Civiele Bescherming en de Hulpverleningszone 1 (regio Brugge-Oostende) verder versterkt Deze diensten staan in voor het bestrijden van vervuiling op zee, in zeehavens, binnenwateren en op stranden. Het akkoord omvat een snellere en efficiëntere inzet van de middelen via een gezamenlijk beheer van het materiaal vanuit één centrale locatie en de realisatie van een gedeeld actieplan.

Het betreft een win-win samenwerking voor de drie partners, die elk hun aanvullende verantwoordelijkheden, middelen en expertise hebben. Zo staat de Dienst Marien Milieu in voor het bestrijden van vervuiling op zee. De Civiele Bescherming focust op vervuiling in zeehavens en binnenwateren. De Hulpverleningszone, bijgestaan door de Civiele Bescherming, staat in voor bestrijden van verontreiniging van stranden.

Door de partnerovereenkomst ontstaat er een optimale samenwerking op het terrein en een betere benutting van het gespecialiseerde materiaal en het interventiepersoneel en dus voor een verhoging van de capaciteit om het hoofd te bieden aan pollutie-incidenten op het water.

Het Belgisch gedeelte van de Noordzee is slechts 3.500 km² groot, maar is één van de drukst bevaren en geëxploiteerde zeegebieden ter wereld. Iedere dag passeren ongeveer 400 schepen in onze wateren. Er vinden ook veel belangrijke economische activiteiten plaats zoals o.a. de windmolenparken, zandontginning en visserij. Al deze elementen verhogen het risico op vervuiling.

Het laatste grote scheepsongeval op zee was het ongeluk met het schip Flinterstar dat in 2015 zonk. Maar dit betekent niet dat er geen incidenten meer plaatsvinden. Jaarlijks ontvangt de wachtdienst van de Dienst Marien Milieu bijna 300 meldingen van incidenten op zee, waarvan een honderdtal in de Belgische wateren. In 2020 waren er twee botsingen tussen schepen voor onze kust, gelukkig zonder zware gevolgen. De meeste incidenten hebben slechts een geringe impact op het milieu.

Ondanks een continue verhoging van de veiligheid op zee kan een ramp niet uitgesloten worden. Daarom dient ons land over voldoende capaciteit, materieel en getraind interventiepersoneel te beschikken, zodat we onze verplichtingen op internationaal niveau kunnen nakomen, zoals bepaald door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de afspraken vastgelegd in het Bonn Akkoord.
 
Sinds 2019 wordt het pollutiebestrijdingsmateriaal opgeslagen in een loods van de Dienst Marien Milieu in Zandvoorde. Het team van de Dienst Marien Milieu, bijgestaan door mecaniciens van de Hulpverleningszone 1, zorgt voor het onderhoud ervan. Dit materieel omvat verschillende systemen voor de mechanische recuperatie en het oppompen van drijvende olievlekken, opslagtanks op zee,… Ook dispergeermiddelen en sproeisystemen zijn beschikbaar wanneer een chemische behandeling van de vervuiling nodig blijkt.

De verschillende diensten kunnen van het gestockeerde materieel gebruik maken voor de uitoefening van hun opdrachten. Oefeningen worden regelmatig georganiseerd om efficiënter om te kunnen springen met het materieel. Zo zijn er in 2021 acht oefeningen gepland, onder andere rond pollutiebestrijding in de windmolenparken. Eén van deze oefeningen is ook in samenwerking met Nederland, om voorbereid te zijn op een eventuele grensoverschrijdende vervuiling.
 
De partnerschapsovereenkomst biedt niet alleen een kader voor nauwere samenwerking tussen de drie partners, maar voorziet ook in de ontwikkeling van een visie op een gezamenlijk aankoopbeleid en de gecombineerde inzet van de beschikbare middelen. Deze visietekst moet tegen 1 februari 2022 aan de bevoegde ministers overhandigd worden.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Noordzee: “De Noordzee is ons grootste natuurgebied. Dat moeten we goed beschermen. Dat doen we onder meer met bestrijden van luchtvervuiling en door zwerfvuil uit de zee te halen. Maar een ongeluk is snel gebeurd. Zeker op één van de drukste zeegebieden ter wereld. Dan moet er snel ingegrepen worden. Voortaan bundelen de bevoegde diensten de krachten: vanuit één gezamenlijke uitvalsbasis in Zandvoorde, met één operationele cel en met één plan van aanpak staan ze klaar om uit te rukken indien nodig. Zo kan eventuele vervuiling bij een incident snel en efficiënt worden bestreden.”
 
Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken: “De bestrijding van verontreiniging op zee, in havens en op stranden is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Civiele Bescherming, de brandweer en de Dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid. Met de overeenkomst die we vandaag ondertekenden, engageren we ons om de middelen en de expertise van deze partners efficiënt in te zetten. Zo pakken we samen de verontreiniging in en aan de Noordzee aan. Dankzij de goede samenwerking tussen de Hulpverleningszone en de Civiele Bescherming kan het materiaal van de Dienst Marien Milieu snel en doeltreffend worden ingezet bij milieu-incidenten.”