In Parijs kwamen van 26 mei tot 2 juni duizenden afgevaardigden uit 175 landen, vertegenwoordigers van de industrie en ngo’s samen om een einde te maken aan de plasticvervuiling (INC 2). Deze bijeenkomst was het vervolg op de eerste bijeenkomst van het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité (INC 1) in Punta Del Este. Na een week onderhandelen kreeg de voorzitter van het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité groen licht om een eerste ontwerptekst voor een wereldwijd verdrag op te stellen.

Belgische delegatie bij INC2

Een verdrag als antwoord op een wereldwijde crisis 

De honderden miljoenen tonnen plastic afval die elk jaar wereldwijd worden geproduceerd, bedreigen de biodiversiteit, het klimaat en de gezondheid. Meer dan 40% van het vandaag geproduceerde plastic is bestemd voor eenmalig gebruik. België heeft wetgeving opgesteld om tegen 2024 het op de markt brengen van verschillende wegwerpplastic producten te verbieden.

De oceanen staan zwaar onder druk: elk jaar wordt er 8 miljoen ton plastic in gedumpt - het equivalent van één vuilniswagen per minuut. De productie van plastic is sinds 2000 verdubbeld en is nu het op twee na meest geproduceerde materiaal ter wereld. Plastic is ook verantwoordelijk voor 15% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen!

De situatie is urgent: als we nu geen actie nemen, zal het plastic afval in 2060 verdrievoudigd zijn. De internationale gemeenschap volgt een strak tijdschema voor actie. Ze wil tegen eind 2024 een juridisch bindend internationaal verdrag dat de hele levenscyclus van plastic omvat: van de winning van fossiele brandstoffen tot de afvalverwerking.

Een eensgezind Belgisch standpunt

Vooraleer naar Parijs af te reizen, ontmoetten onze verschillende experts, samen met hun regionale tegenhangers, alle stakeholders in april voor een informele vergadering. Het doel was om hen te informeren over de stand van zaken in de onderhandelingen en de standpunten van de verschillende aanwezige bedrijven, ngo's en verenigingen te verzamelen. De discussies spitsten zich toe op mogelijke maatregelen op vlak van productie, circulair ontwerp, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) en afvalbeheer.

Een wedstrijd tussen twee tegengestelde visies

De verschillende spelers rond de tafel hebben niet dezelfde eisen. Aan de ene kant staat de High Ambition Coalition, voorgezeten door Rwanda en Noorwegen en bestaande uit 58 landen (Europese landen waaronder België, maar ook Canada, Australië, Japan, Chili, enz.) Al deze landen steunen een ambitieus verdrag met als gezamenlijk doel een einde te maken aan de plasticvervuiling tegen 2040. Ze willen wereldwijde, bindende doelstellingen voor het verminderen van plasticproductie en een verbod op de toepassingen die het meest problematisch zijn voor de gezondheid en het milieu.

De leden van de HAC worden geconfronteerd met staten die terughoudender zijn om de plasticproductie te beperken vanwege de economische verliezen die ermee gepaard gaan. Dit geldt met name voor olieproducerende landen, China, 's werelds grootste producent van plastic en India. Deze landen vragen dat het verdrag zich enkel richt op afvalverwerking met behulp van technologische oplossingen zoals chemische recycling. De Verenigde Staten,  de grootste plasticconsument ter wereld en China zijn ook gekant tegen wereldwijde verplichtingen en stellen vrijwillige verbintenissen voor.

Ondanks deze spanningen, die tijdens de komende onderhandelingen moeten worden opgelost, eindigde deze tweede sessie met een positieve noot. De voorzitter van de intergouvernementele onderhandelingscommissie kreeg het mandaat om een eerste ontwerpverdrag op te stellen voor de volgende onderhandelingssessie, die gepland staat voor november in Kenia. Onze volksgezondheids- en milieudeskundigen kijken uit naar uw komst!