Blootstellingslimieten zijn nog geen wettelijke normen omdat ze niet concreet genoeg en niet bindend zijn. Om specifiek te zijn, moeten blootstellingslimieten vertaald worden naar normen voor concrete praktische situaties (voor producten zoals een gsm en voor installaties zoals zendmasten). Om bindend te zijn moeten de limieten opgenomen worden in de reglementering.

Van aanbevelingen tot normen

De blootstellingslimieten aanbevolen door wetenschappelijke expertencomités, zoals de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP), vormen de basis voor de reglementering in de Europese Unie.

De aanbeveling van de Raad 1999/519/EC van 12 juli 1999 handelt over radiogolven, elektrische en magnetische velden van extreem lage frequenties en statische elektrische en magnetische velden. Deze aanbeveling betreft de blootstelling van de algemene bevolking aan de elektromagnetische straling die afkomstig kan zijn zowel van installaties zoals zendmasten en hoogspanningslijnen, als van producten zoals gsm en microgolfovens.

De aanbeveling is niet bindend. Wat de straling afkomstig van vaste installaties betreft, zijn de lidstaten bevoegd om een reglementering vast te leggen. Ze mogen zelf kiezen of ze daarbij de door Europa aanbevolen blootstellingslimieten respecteren of ervan afwijken.

Productbeleid is daarentegen een Europese bevoegdheid. Alle producten die op de Europese markt worden gebracht, moeten voldoen aan de Europese richtlijnen. Het uitgangspunt voor EU-productbeleid op vlak van veiligheid en gezondheid van producten wordt gevormd door de wetenschappelijke aanbevelingen en aanbevelingen van de Raad.

EU-productbeleid inzake elektromagnetische stralingen
 
Veiligheid van producten is één van de vereisten van het EU-productbeleid. Geen enkel product mag een gevaar inhouden voor de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker (en andere personen). Het zendvermogen van producten wordt daarom bij wet beperkt. Ook andere redenen spelen hierbij een rol, zoals het voorkomen van risico’s op storingen en een efficiënt gebruik van het radiospectrum.

• Risico’s op storingen

De goede werking van een elektronisch apparaat, zoals radio, tv of afstandsbediening, kan worden verstoord door de elektromagnetische straling die een ander apparaat uitzendt. De reglementering betreffende de elektromagnetische compatibiliteit voorziet dat apparaten geen storingen mogen veroorzaken in hun omgeving. Ze moeten ook zelf normaal kunnen functioneren in elektromagnetische velden tot een bepaald niveau (m.a.w. “immuun” zijn).

• Gebruik van het radiospectrum

Het radiospectrum (of het geheel van de etherfrequenties) is van nature uit beperkt. Het gebruik hiervan is daarom strikt geregeld, zowel wat de te gebruiken radiofrequenties als het toegelaten zendvermogen betreft.

Deze aspecten worden uitgewerkt in specifieke richtlijnen:

• R&TTE richtlijn
Apparaten die gebruik maken van radiogolven, zoals gsm, draadloze telefoons (DECT), netwerkapparatuur, moeten voldoen aan de Europese richtlijn 1999/5/EG, beter gekend als de R&TTE-richtlijn (R&TTE staat voor ‘Radio and Telecommunications Terminal Equipment’).
• Laagspanningsrichtlijn
Elektrische apparaten die op het elektriciteitsnet werken, dienen in overeenstemming te zijn met de richtlijn 2006/95/EG, gekend als de laagspanningsrichtlijn.
• EMC-richtlijn
Alle vaste installaties en apparaten dienen conform te zijn met de richtlijn 2004/108/EG, gekend als de EMC-richtlijn (EMC staat voor “elektromagnetische compatibiliteit”).

De richtlijnen worden door de lidstaten omgezet in nationale wetgeving. De omzetting bevat ook een beschrijving van de controleprocedure en de instanties verantwoordelijk voor de implementatie.

Waar vindt men concrete grenswaarden en meetprocedures?

De Europese product-gerelateerde richtlijnen bevatten geen concrete grenswaarden, maar slechts principiële vereisten: dat producten veilig moeten zijn, geen elektromagnetische storingen mogen veroorzaken en het radiospectrum doelmatig moeten gebruiken. Deze principiële vereisten worden verduidelijkt in de geharmoniseerde Europese standaarden: hier vindt men concrete meetprocedures en criteria.

De lijst van de toepasselijke standaarden vind men op de website van het Directoraat-generaal “Interne Markt, Industrie, Ondernemers en KMOs”, voor elke industriële sector en richtlijn afzonderlijk. De teksten van de standaarden zijn te raadplegen bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie.

Europees beleid inzake veiligheid van werknemers

Wetenschappelijke aanbevelingen vormen de basis voor het Europees beleid voor de veiligheid van de werknemers. De richtlijn 2004/40/EG beperkt gezondheidsrisico’s verbonden aan elektromagnetische straling op de werkvloer. De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg volgt de toepassing van deze richtlijn op.
 

Document