Van 20 september 2018 tot en met 19 november 2018 organiseerde de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een openbare raadpleging over het ontwerp van derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake Persistente Organische Verontreinigende stoffen (POP’s).

POP’s, zoals DDT en dioxines, zijn uiterst giftig voor mens en milieu. Ze stapelen zich op in de vetweefsels van levende organismen en kunnen via moedermelk en eieren worden doorgegeven. Ze zijn gedurende jaren of zelfs decennia persistent en verspreiden zich over lange afstanden, waardoor ze zones ver van hun bron van herkomst besmetten.

Context

Het Verdrag van Stockholm verplicht landen om de opzettelijke productie en het gebruik van POP’s (zoals de pesticide aldrin of de industriële chemische stof hexabroomdifenylether) stop te zetten of te beperken, en vrijgekomen producten afkomstig van de onopzettelijke productie van POP’s (zoals dioxines en furanen, geproduceerd door de industrie, het transport en huishoudens) te beperken of te elimineren als dit haalbaar is.

Na bekrachtiging van het Verdrag van Stockholm op 25 mei 2006 heeft België een eerste nationaal implementatieplan uitgewerkt. In overeenstemming met de internationale regels werd op 10 januari 2014 een update van het nationale implementatieplan uitgewerkt om rekening te houden met de amendementen die werden aangenomen op de 4e en 5e Conferentie van de Partijen.

Sindsdien hebben de 6e en 7e Conferentie van de Partijen geleid tot de opname van verschillende stoffen in de bijlagen van het verdrag, namelijk hexabromocyclododecaan (HBCDD), hexachloorbutadieen (HCBD), pentachloorfenol (PCP) (en zijn zouten en esters) en polychloor-naftalenen (PCN's). Het nationaal implementatieplan werd daarom herzien en aangepast om in de analyse die nieuwe POP's op te nemen. Deze aanpassing van het plan maakte het ook mogelijk om vast te stellen welke wetgevende en technische vooruitgang op dit gebied is geboekt.

Het Verdrag van Stockholm betreft gemengde bevoegdheden: zowel de federale als de gewestelijke overheden zijn bevoegd om beslissingen te nemen over de materies van het Verdrag van Stockholm. De uitwerking van het derde nationaal implementatieplan van dit Verdrag is dan ook het resultaat van de samenwerking tussen de gewestelijke en federale overheden. Het is een raamdocument dat is opgesteld in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden en dat de gewestelijke en federale actieplannen beter wil integreren en afstemmen op elkaar.

Het derde implementatieplan geeft een actueel overzicht van de programma’s en acties op federaal en gewestelijk niveau gericht op een vermindering van het aantal POP’s aanwezig in het milieu.

Resultaten van de openbare raadpleging

Slechts één reactie werd ontvangen van mevrouw Aurélie Dussart, piloot - binnen de cel Leefmilieu-Gezondheid van de FOD Volksgezondheid - van het onderzoek naar persistente organische verontreinigende stoffen in moedermelk. Deze reactie vroeg de toevoeging van de conclusies van de zesde campagne voor het meten van persistente organische verontreinigende stoffen in moedermelk in de rubriek over menselijke monitoring. De reactie gaf ook aan dat de internetlink naar het rapport moest worden gewijzigd.

Bij het finaliseren van het ontwerp van implementatieplan van het Verdrag van Stockholm, dat gebeurde in overleg met de bevoegde gewestelijke overheden, werd rekening gehouden met deze commentaren.

Goedkeuring van het plan

Het ontwerp van derde implementatieplan van het Verdrag van Stockholm dat werd aangepast in functie van de opmerkingen geformuleerd bij de raadpleging werd ter goedkeuring voorgelegd aan de Interministeriële Conferentie Leefmilieu en goedgekeurd op 29 januari 2019.

Download het derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake Persistente Organische Verontreinigende stoffen

Voor meer informatie over POP’s, raadpleeg www.milieu.belgie.be > chemische stoffen > gevaarlijke stoffen > POP’s