Ter hoogte van de kust van Knokke-Heist bevindt zich de munitiestortplaats “Paardenmarkt”, zo genoemd naar de zandbank waar ze op ligt. Activiteiten die de bodem beroeren, zoals visserij, voor anker gaan en zandontginning, zijn er verboden. De toestand en de evolutie van de site worden nauwgezet opgevolgd via studies en een jaarlijks monitoringprogramma moet eventuele lekken op tijd detecteren. Zo werden in 2018 voor het eerst sporen teruggevonden van stoffen afkomstig uit de munitie. Deze vaststelling werd bevestigd tijdens gerichte staalnamecampagnes in de hierop volgende jaren. De dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid heeft in opdracht van de minister van Noordzee een plan van aanpak uitgewerkt, dat een reeks studies omvat om de concrete risico’s voor milieu en volksgezondheid gekoppeld aan de Paardenmarkt beter in te schatten. De eerste analyses wijzen geen concreet risico aan op korte termijn; verdere studies moeten uitsluitsel geven op langere termijn (> 10 jaar). In 2024 zal de overheid een draaiboek klaar hebben over hoe met deze risico’s om te gaan en welke beheerstrategie de beste is: laten liggen met monitoring, opruimen of inkapseling.

Een korte geschiedenis

De Paardenmarkt is een munitiestortplaats op een kleine kilometer afstand van het strand van Knokke-Heist. Deze kwam tot stand toen de Belgische regering in 1919 besloot, na een reeks van incidenten op land, de door het Duitse leger achtergelaten munitie uit WO I voor de kust te storten. Deze aanpak was vrij standaard in die tijd en werd door vele andere landen gevolgd na WO II. De stortplaats raakte na de dumping in nasleep van de oorlog in de vergetelheid, tot in de jaren ‘70. Tijdens de voorbereidingen voor de uitbreiding van de haven van Zeebrugge botsten baggeraars op verscheidene obstakels. Duikonderzoek wees uit dat het om munitie ging. Door middel van bijkomende akoestische en magnetische metingen kon een vijfhoek worden afgebakend die de grenzen van de munitiestortplaats ‘Paardenmarkt’ aangeeft. Op basis van deze observaties werd bepaald dat minstens één derde van de munitie van toxische aard is (zoals mosterdgas en Clark). De hoeveelheid munitie wordt ruw geschat op 35.000 ton, maar dit is een zeer ruwe schatting.


Historische foto van de Paardenmarkt © DG Leefmilieu

Beheer van de site

Sinds 1995 is DG Leefmilieu bevoegd voor het beheer van de site. Op basis van verschillende studies werd het volgende geconcludeerd: de munitie was ondertussen volledig bedekt door sediment, jaarlijkse staalnames detecteerden geen sporen van polluenten die uit de munitie zouden lekken en zowel de kans op een incident door bv. een gestrand schip als de mogelijke gevolgen bleven zeer beperkt. Er werd besloten om de munitie te laten liggen, want de munitie opruimen of inkapselen bleken geen oplossingen te zijn.

Door de grote hoeveelheid munitie op de Paardenmarkt is bij een opruimscenario immers zowel de ophaling als de verwerking van de munitie een zeer tijdsintensieve opdracht, die zelfs bij onbeperkte middelen tientallen jaren zal duren. Bovendien is het risico reëel dat de roestige munitie bij het bovenhalen uit elkaar valt en zo de toxische inhoud in één klap vrijgeeft in plaats van geleidelijk aan over vele jaren. De andere optie is inkapseling, waarbij een beschermende laag over de stortplaats wordt gelegd. De sedimentlaag die nu aanwezig is, kan beschouwd worden als een vorm van inkapseling. Gezien de geringe waterdiepte, de hoge kostprijs en het feit dat een inkapseling opruimen nog verder bemoeilijkt – mochten technologische innovaties in de toekomst opruimen toch mogelijk maken – is ook inkapseling niet de ideale oplossing. Op deze basis werd besloten om de munitie te laten liggen.


Kaart met de locatie van de Paardenmarkt (rode vijfhoek) © DG Leefmilieu

De monitoringcampagne van 2018 toonde voor het eerst sporen van springstofresten, centraal in de site, wat werd bevestigd in de campagnes van de hierop volgende jaren. De gemeten waarden lagen onder de maximum toegelaten concentraties voor deze stoffen en vormden dus geen gevaar voor de volksgezondheid of het marien milieu. De verbeterde analysetechnieken zorgden ervoor dat deze minimale concentraties gedetecteerd konden worden. De staalnamecampagnes konden bijgevolg aanzien worden als een vroegtijdig waarschuwingssysteem.

Als reactie op de detectie van polluenten in 2018 werden de monitoring-inspanningen opgeschroefd om een beter beeld te krijgen van de situatie. In opdracht van de minister van Noordzee werd een plan van aanpak 2020-2024 uitgewerkt met drie centrale vragen:

  • Eén, wat is het reële risico van de Paardenmarkt op korte en lange termijn en wat is de beste manier om dit in te schatten?
  • Twee, vanaf welk punt wegen de nadelen van de alternatieve beheerstrategieën zoals berging en inkapseling niet langer op tegenover het risico voor het milieu en de volksgezondheid?
  • Drie, mocht dit punt bereikt worden, welke acties neemt de overheid dan?

In 2024 willen we deze vragen beantwoorden en op die manier de grondslag leggen voor een degelijke langetermijnstrategie voor de komende jaren.

Met de herziening van het marien ruimtelijk plan, in voege gegaan in maart 2020, is het verbod op bodemberoering dat sinds de ontdekking van de Paardenmarkt geldt, aangepast. Wetenschappelijk onderzoek naar munitiebeheer en -opruiming zijn toegelaten, mits de activiteit onderworpen is geweest aan een grondige risicoanalyse. Op die manier kan de situatie op de Paardenmarkt in meer detail worden bestudeerd.

Resultaten nieuwe studies

De na 2019 door DG Leefmilieu bestelde studies kunnen in twee groepen worden onderverdeeld. Aan de ene kant is er de jaarlijkse monitoring, aan de andere kant zijn er de studies die vallen onder het reeds vermelde plan van aanpak.

Het monitoringprogramma - dat loopt sinds 1995 - werd in 2020 serieus opgeschaald, met een verdubbeling van de genomen en geanalyseerde stalen, voor zowel de strijdgassen als de springstoffen. In het kader van het plan van aanpak 2020-2024 werd sinds 2021 de monitoring van het sediment aangevuld met metingen in het zeewater (waterkolom) en water in de zeebodem (poriewater). De meest recente analyse werd in december 2022 opgeleverd. In alle stalen werden sporen van springstofresten teruggevonden en op drie locaties ook sporen van strijdgassen, alle in dermate lage concentraties dat voor de volksgezondheid geen gevaar heerst. De teruggevonden springstofresten zijn eerder te verklaren door de expertise van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), die als één van de enige labo’s in Europa in staat is zulke lage concentraties te detecteren en kwantificeren. Op enkele jaren tijd is de nauwkeurigheid van de analyses dermate gestegen dat concentraties die voordien niet te bespeuren waren nu wel op de radar verschijnen, waardoor we veel beter in staat zijn om stijgende trends op tijd op te sporen.


Monitoringscampagne met duikers © Loius Meirlaen (via VLIZ-fotogalerij)

Onderzoek uit 2022 naar sedimentatie en erosie op de Paardenmarkt toont aan dat ten opzichte van 2013 de situatie gemiddeld gezien over de hele site gelijk is gebleven. Er zijn gelokaliseerde zones van erosie en sedimentatie maar deze blijven beperkt in diepte. Een gelijktijdig uitgevoerde survey van het bodemoppervlak van de hele Paardenmarkt en een onderzoek naar de diepteligging van de munitie in het noordelijke deel van de Paardenmarkt geven aan dat zich geen munitie aan het oppervlak bevindt.

Momenteel wordt gewerkt aan de opmaak van modellen als risicoanalyse-tool voor de Paardenmarkt. Eind dit jaar wordt het resultaat verwacht. In 2024 wordt een ecotoxiciteitsstudie opgeleverd waarbij wordt onderzocht wat de huidige druk is op het ecosysteem door munitie op de Paardenmarkt en vanaf welke drempel polluenten schadelijk worden voor het milieu.

Deze studies zijn complementair aan het onderzoeksproject DISARM, een initiatief van verschillende federale en Vlaamse instituten. Zij pakken ook verschillende kennislacunes op de Paardenmarkt aan zoals de explosiviteit en de corrosie van oude munitie, en de rol van de microbiële gemeenschappen in het sediment bij het afbreken van de polluenten.

Een lijst met alle studies over de Paardenmarkt, uitgevoerd in opdracht van DG Leefmilieu, is terug te vinden op deze  link.

Meer info: FAQ Paardenmarkt