Informatie voor burgers


Iedereen heeft recht op een kwaliteitsvolle en veilige zorg. Zorginstellingen, zoals ziekenhuizen of woonzorgcentra, doen hiervoor heel wat inspanningen. Maar ook jij als patiënt, cliënt, bewoner of bezoeker speelt een belangrijke rol in het voorkomen van incidenten en vergissingen tijdens het zorgproces. Patiëntveiligheid gaat immers iedereen aan die betrokken is bij de zorg.

10 tips om mee te helpen aan veilige zorg

Hieronder vind je een aantal onderwerpen over veilige zorg met nuttige informatie en tips over hoe jijzelf en je naasten een actieve bijdrage kunnen leveren aan een veilige zorg.


TIP 1: zeg je naam en geboortedatum aan elke zorgverlener die dat vraagt en toon je polsbandje

Tijdens je verblijf moet je een identificatiebandje of polsbandje dragen, van bij de opname tot het ontslag. Met dit polsbandje controleren zorgverleners regelmatig je identiteit. Als extra controle vragen ze je daarbij telkens ook je naam en geboortedatum. Zo weten ze duidelijk wie je bent en kunnen ze veilige zorg verlenen. Spreek zeker een zorgverlener aan als je geen polsbandje hebt gekregen, als het verloren is gegaan of als de gegevens op je bandje niet juist of moeilijk leesbaar zijn.


TIP 2: geef alle informatie over je gezondheidstoestand, medicatiegebruik en gekende allergieën

Geef bij opname en aan je zorgverlener alle informatie over je gezondheid. Geef een overzicht van eerdere aandoeningen, ingrepen en medicatie die je neemt. Vermeld ook eventuele allergieën, bijvoorbeeld aan contraststoffen, antibiotica, latex of kleefpleisters. Breng je thuismedicatie mee in de medicatiezak.


TIP 3: bespreek het verloop van je opname

Stel vragen over de duur en het verloop van je ingreep of behandeling. Vraag wat je zelf kan doen om je herstel zo vlot mogelijk te laten verlopen.


TIP 4: stel vragen

Vraag steeds uitleg aan je arts of verpleegkundige als er iets niet duidelijk is of als je je zorgen maakt. Vertel het als iets niet duidelijk is of als je ergens over twijfelt. Vraag waarom je iets krijgt, wat je moet doen, wat er gaat gebeuren. Zorg dat je alle antwoorden begrijpt.


TIP 5: geef het aan als je iets niet begrijpt en geef dan pas je toestemming

Je kunt enkel toestemmen voor een behandeling als je vooraf alle informatie hebt. Bij sommige behandelingen zal de arts uitdrukkelijk om je toestemming vragen en het document ‘geïnformeerde toestemming’ (informed consent) ter ondertekening voorleggen. Hiermee geef je de toestemming voor de door de arts voorgestelde behandeling, ingreep of onderzoek met kennis van de eventuele risico’s. Als je als patiënt, cliënt of bewoner een behandeling weigert, moet dit gerespecteerd worden door de arts. De arts moet je dan wel wijzen op de mogelijke gevolgen en eventueel een alternatief voorstellen. Indien je op een later tijdstip beslist om een behandeling te weigeren,  kan je als patiënt, cliënt of bewoner altijd op je beslissing terugkomen.

  
TIP 6: aarzel nooit om vragen over je medicatie te stellen

Het toedienen van geneesmiddelen gebeurt steeds met grote voorzichtigheid en nauwkeurigheid. Wees zelf ook aandachtig als je medicatie krijgt. Stel vragen als de kleur of de vorm van je medicatie anders is dan je verwacht of als je meer of minder geneesmiddelen krijgt dan gewoonlijk. En vraag meer informatie als je niet weet waarvoor de medicatie dient.


TIP 7: was je handen zowel na niezen en hoesten als na een toiletbezoek

Een goede handhygiëne is belangrijk om de verspreiding van bacteriën tegen te gaan en infecties te voorkomen. Daarom zal een zorgverlener altijd zijn handen ontsmetten voor hij je aanraakt. Spreek hen er zeker op aan mocht men het toch vergeten. Ook je eigen hygiëne is belangrijk. Was je handen met water en zeep vóór het eten en na elk toiletbezoek. En ontsmet regelmatig je handen met handalcohol. Want zuivere handen verkleinen de kans op onnodige infecties.


TIP 8: vermijd valpartijen

Valpartijen in zorginstellingen komen helaas voor. Zorginstellingen stellen alles in het werk om losliggende draden en andere obstakels weg te werken maar wees zelf ook voorzichtig. Neem je tijd om recht te staan en vraag hulp bij de eerste verplaatsingen na een ingreep. Draag gesloten schoenen met een goede antislipzool, daarmee sta je steviger en doe het licht aan als je ’s nachts opstaat. Gebruik eventueel een loophulpmiddel. Leun niet op het nachtkastje of de infuusstaander en laat zo min mogelijk persoonlijke materialen op de grond staan. Het is aan te bevelen om het loopmiddel dat je eventueel thuis gebruikt mee te brengen naar de zorginstelling.


TIP 9: bespreek je ontslag: voorwaarden, tijdstip, nazorg/thuiszorg, medicatie,...

Hou je aan de afspraken die je zorgverlener met je maakte over de behandeling. Vraag wat je wel en niet mag doen en zorg dat je weet wanneer je voor controle terug moet komen. Plan eventueel dit controlebezoek al in. Overloop je ontslagmedicatielijst met de verpleegkundige. Laat het weten wanneer je tegenstrijdige informatie (bv. over medicatie) krijgt. Zorg dat je weet bij wie je terecht kan met vragen wanneer je naar huis vertrekt.


TIP 10: meld veiligheidsincidenten en onveilige situaties

Een veiligheidsincident is een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces waarbij de veiligheid van de patiënt, cliënt of bewoner in het gedrang komt. Patiënten, cliënten of bewoners zijn goed geplaatst om verborgen onvolkomenheden zichtbaar te maken. Het is belangrijk om deze te melden. Heel wat zorginstellingen beschikken over een aanspreekpunt en/of bieden specifieke instrumenten aan om een melding te maken.
 


Interessante websites