Van 4 oktober tot en met 10 november 2016 organiseerden de federale en de drie gewestelijke milieuadministraties voor de vijfde keer een raadpleging van het publiek over de toepassing van het Verdrag van Aarhus in België.
Het Verdrag van Aarhus geeft iedereen het recht op milieu-informatie, het recht om deel te nemen aan de besluitvorming inzake milieu en het recht om beroep aan te tekenen in milieuaangelegenheden. Zowel de federale overheid als de gewesten moeten ervoor zorgen dat de bepalingen van dit verdrag effectief worden omgezet in het recht en in het beleid. Hierover brengen zij verslag uit, elk voor wat hun bevoegdheden betreft, in een afzonderlijk rapport dat in december 2016 werd overgemaakt aan de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE). Vooraf moesten ze echter een openbare raadpleging organiseren over hun rapport.
Voor wat betreft het federale rapport werden de volgende opmerkingen ontvangen. De vier Belgische federaties voor milieubescherming (IEW, BBL, IEB en Bral) hebben een gezamenlijk advies overhandigd over het volledige federale ontwerprapport. Ook Greenpeace heeft opmerkingen gegeven op het federale ontwerprapport. Er waren geen andere opmerkingen van het publiek op het federale rapport.
De ontvangen opmerkingen:
- De samenvatting van het standpunt van de vier gewestelijke milieufederaties over het federale rapport (Nederlandse vertaling) en de volledige tekst in het Frans.
- De samenvatting van de opmerkingen van Greenpeace op het federale rapport (Nederlandse vertaling) en de volledige tekst in het Frans.
De rapporten:
- Het federale implementatierapport van het Verdrag van Aarhus (december 2016).
De samenvatting van de ontvangen opmerkingen bevindt zich op p. 3-5. - Het syntheserapport van België (samenvatting in het Engels van de 4 rapporten: federaal en de 3 gewesten). Deze synthese bevat ook een samenvatting van alle ontvangen opmerkingen, zie p. 2-5.
- De volledige rapporten van de andere bevoegde overheidsinstanties: zie www.aarhus.be
Conclusies en gevolggeving
Net zoals bij de vorige raadpleging zal het DG Leefmilieu bij de verdere praktische toepassing van het Verdrag van Aarhus zo goed mogelijk rekening houden met de ontvangen opmerkingen. Het erkent dat het noodzakelijk is om het Verdrag van Aarhus nog steeds meer bekend en toegankelijk te maken voor de burger, zodat die zijn rechten op het gebied van milieu beter kent en kan uitoefenen.