Schimmels zijn microscopisch kleine zwammen. Zodra ze voldoende vochtigheid en genoeg voedingselementen vinden, kunnen ze uiteenlopende ondergronden koloniseren: hout, papier, stoffen, voedsel enz.
Schimmels kunnen in de lucht:
• in grote hoeveelheid sporen
en/of
• geurstoffen (schimmelgeur)
of zelfs
• toxische stoffen (mycotoxines, vluchtige organische stoffen)
vrijmaken.
De uit de omgeving afkomstige schimmelsporen dringen lokalen binnen:
• via openingen;
• door het komen en gaan van de bewoners;
• via hun kleding en hun schoenen;
• door stof en besmette stoffen/materialen.
Doorgaans bevordert vochtigheid de groei van de meeste schimmels, hoewel er schimmelsoorten bestaan die aangepast zijn aan droogte.
Plaatsen die bevorderlijk zijn voor de vorming van schimmels zijn dus:
• vochtige ruimtes (badkamers ...) die slecht verlucht worden ;
• de onderkant van slecht geïsoleerde muren of muren die ondicht zijn.
De groei ervan op besmette ondergronden resulteert in vlekken van verschillende grootte en met verschillende kleuren (groen, grijs, zwart, ...).
Schimmels kunnen aanleiding geven tot:
• allergische verschijnselen en irritaties van de slijmvliezen bij gevoelige personen;
• een longinfectie (invasieve aspergillose) bij personen met een verminderd weerstandsvermogen;
• hypergevoelige pneumonitis in het kader van beroepsactiviteiten (landbouw, kaasmakerij), wanneer een massale hoeveelheid sporen ingeademd wordt.
Een paar tips om schimmelvorming te voorkomen!
• Ventileer na activiteiten die voor een hoge vochtigheid zorgen (bad, douche, koken,...) om permanente condens op oppervlakken (muren, meubels, ...) te voorkomen. |