Voor de 29 Consultatieve Partijen en de 24 niet-consultatieve Partijen bij het Antarcticaverdrag, is het van vitaal belang voor de mensheid dat het Witte Continent uitsluitend voor vreedzame doeleinden wordt gebruikt en niet het toneel of het voorwerp is van internationale geschillen. Binnen dit beperkte kader worden verschillende specifieke thema’s besproken.
Dit principe ligt aan de basis van de thema’s waarover wordt gedebatteerd en waarover beslissingen worden genomen in de Antarctic Treaty Consultative Meeting (ATCM), sinds diens oprichting in 1961.
Naast de bescherming van het milieu, gaat het om :
• het gebruik van het continent voor vreedzame doeleinden en de inspecties;
• wetenschappelijke activiteiten;
• toerisme ;
• bioprospectie ;
• klimaatverandering.
Vreedzame doeleinden en inspecties
Het Antarcticaverdrag bepaalt dat “ enkel vreedzame activiteiten zijn toegelaten in Antarctica ” (Artikel 1). Daartoe verbiedt het “alle maatregelen van militaire aard ” maar “ is het niet gekant tegen het gebruik van militair personeel of materieel voor wetenschappelijk onderzoek of andere vreedzame doeleinden”.
De kwestie van de soevereiniteit over Antarctica werd opzijgezet en er werd geopteerd voor een pragmatische oplossing. Sinds meer dan een halve eeuw is Antarctica een regio van vreedzame samenwerking.
De Partijen moeten elkaar wederzijds op de hoogte houden van hun activiteiten in Antarctica via een elektronisch informatie-uitwisselingssysteem. Ze moeten ook de inspecties van hun installaties door de andere Partijen mogelijk maken : elk van de Verdragsluitende Partijen heeft het recht waarnemers aan te wijzen die belast zullen worden met het uitvoeren van de inspecties in het kader van het Verdrag (artikel VII). De waarnemers “hebben te allen tijde volledige vrije toegang tot alle delen van Antarctica ”, “met inbegrip van alle waarnemingsstations, installaties en al het aldaar aanwezige materieel, alsmede alle schepen en luchtvaartuigen op plaatsen voor het in- en uitladen van goederen of personeel in Antarctica ”.
De te inspecteren elementen zijn toegenomen met de uitwerking van het systeem van het Antarcticaverdrag.
De inspecties hebben betrekking op:
- tal van aspecten inzake milieubescherming,
- operationele kwesties,
- demilitariseringskwesties.
Om de inspecties te vergemakkelijken, stelt de ATCM een reeks niet bindende lijsten van controles voor die betrekking hebben op verschillende installaties en beschermde gebieden. De laatste jaren werd het merendeel van de inspecties uitgevoerd door verschillende samenwerkende landen.
In 2012-2013, werd het Princes Elisabethstation geïnspecteerd door een Russisch-Amerikaanse missie en een Duit-Deense missie.
Wetenschappelijke activiteiten
Wetenschappelijk onderzoek is de belangrijkste activiteit op Antarctica. Zowel het Antarcticaverdrag als het Protocol betreffende de bescherming van het milieu benadrukken het belang van de wetenschap en van de wetenschappelijke samenwerking binnen het systeem van het Antarcticaverdrag.
Dankzij het wetenschappelijk onderzoek op Antarctica kon er grote vooruitgang worden geboekt, denken we maar aan de ontdekking van het gat in de ozonlaag (1985) en de reconstructie van de klimaatgegevens over honderdduizenden jaren.
De ATCM heeft, op basis van deskundige adviezen van het Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR) en van de Council of Managers of National Antarctic Programs (COMNAP), een groot aantal maatregelen goedgekeurd over de wetenschappelijke samenwerking. Ze regelt operationele kwesties zoals de telecommunicatie, de meteorologie, het transport, enz., die zeer belangrijk zijn voor de onderzoeksprogramma’s op Antarctica.
Toerisme
Sinds de eerste handelsexpedities in de jaren 50, kende het maritieme toerisme en het luchtvaarttoerisme een constante opmars. Het totale aantal toeristen dat Antarctica bezocht bedroeg in 2007-2008 zo’n 46.000, om dan te dalen tot 26.000 in 2011-2012 en zich te stabiliseren op 44.000 in 2016-2017. De grote meerderheid van deze toeristen begeven zich aan boord van schepen naar het Antarctisch schiereiland, een regio die men in enkele dagen kan bereiken vanuit Zuid-Amerika.
De ATCM heeft in 1994 richtlijnen opgesteld voor toeristische expedities. In 2004 werden daar nog nieuwe richtlijnen in verband met de noodplannen, de verzekeringen, enz. aan toegevoegd. De ATCM eist ook dat toeristische expedities een verslag over hun bezoek moeten voorleggen.
De ATCM bepaalt ook specifieke richtlijnen voor de meest bezochte sites door toeristen. Deze richtlijnen geven onder meer praktische tips voor de touroperators, bijvoorbeeld over de manier waarop ze de bezoeken aan deze sites moeten organiseren, rekening houdend met de ecologische waarde ervan.
Het merendeel van de touroperators die actief zijn op Antarctica zijn lid van de Internationale Vereniging van Antarctica-touroperators (IAATO), die deel uitmaakt van de ATCM als genodigde expert.
Sinds 2011 bieden algemene richtlijnen voor de bezoekers van Antarctica algemene tips aan de toeristen om negatieve gevolgen voor het milieu en voor de wetenschappelijke en esthetische waarde te vermijden.
Bioprospectie
Sinds een aantal jaren wordt op Antarctica aan bioprospectie gedaan. De milieuvoorwaarden zijn zeer streng in deze regio. Daardoor konden tal van planten- en diersoorten en micro-organismen unieke kenmerken en capaciteiten ontwikkelen die kunnen worden benut in de biotechnologie.
Deze activiteit is toegestaan voor zover de onderzoeksresultaten vrij beschikbaar zijn. Op economisch en milieuvlak betekent bioprospectie een belangrijke uitdaging, meer bepaald voor de farmaceutische industrie, de geneeskunde en bepaalde industriële sectoren.
Dit doet de vraag rijzen in hoeverre bijvoorbeeld het patenteren van wetenschappelijke ontdekkingen verenigbaar is met de uitwisseling van wetenschappelijke gegevens. Sinds 2002 staat dit onderwerp op de agenda van de ATCM; een reglementering voor bioprospectie is nodig daar het een commerciële activiteit betreft die vooral door de privésector wordt beoefend.
België is nauw betrokken bij dit thema. Ons land heeft in het verleden een internetdatabank over bioprospectieactiviteiten gefinancierd en nam actief deel aan werkzaamheden rond dit thema. De doelstelling is tweevoudig : erop toezien dat de vrije uitwisseling van wetenschappelijke informatie niet in het gedrang komt en dat de eventuele verdeling van de opbrengsten ook de wetenschap en de milieubescherming ten goede komt.
Het vierde evaluatierapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van 2007 betekende een mijlpaal voor het internationaal klimaatbeleid. In dit rapport wordt ruimschoots aandacht besteed aan de opwarming van Antarctica en de impact daarvan en wordt er gewezen op de aanzienlijke temperatuurstijgingen gedurende de laatste 5 decennia, zij het met sterke regionale verschillen. In de gebieden die met een temperatuurstijging te kampen hebben, is er een duidelijke impact op de terrestrische en mariene ecosystemen, zo bijvoorbeeld:
- gedijen sponzen en hun predators in ondiepe wateren erg goed,
- gaan de krillpopulaties, de Adélie- en de keizerspinguïns en de Weddell -zeehonden erop achteruit,
- terwijl op het land inheemse bloemdragende soorten van de stijgende temperaturen profiteren.
En ook al lijkt Antarctica van alle continenten nog enigszins aan deze opwarming te kunnen ontsnappen, de gevolgen zouden op termijn nefast kunnen zijn.
In de update van zijn rapport « Antarctic Climate Change and the Environment » (mei 2013) stelt het Wetenschappelijk Comité voor Antarctisch Onderzoek (SCAR) dat de gevolgen van de stijging van de broeikasgasemissies en de afname van ozon in de stratosfeer nu al overduidelijk zijn. De gevolgen van de verwachte stijging van de broeikasgassen – als die zich tegen het huidige tempo doorzet – zullen opmerkelijk zijn door de snelheid en door de polaire amplificatie van het opwarmingssignaal van de planeet. Welke de gevolgen hiervan zullen zijn voor de grote ijskappen op Antarctica kan momenteel nog niet met zekerheid worden voorspeld, maar de recent waargenomen veranderingen zijn een reden tot bezorgdheid, vooral voor de stabiliteit van bepaalde delen van West-Antarctica. De klimlaatopwarming heeft trouwens nu al waarneembare gevolgen voor de mariene en terrestrische ecosystemen van het Witte Continent.