SEA Banner

De plannen en programma’s (HTML)  * De betrokken personen (HTML) * De betrokken sectoren * Over de grenzen (HTML)


De betrokken sectoren

HoogspanningslijnDe wet geeft eerst en vooral een opsomming van de plannen en programma’s waarvoor de beoordeling van de gevolgen verplicht is. Daaronder vindt men bijvoorbeeld de plannen en programma’s met betrekking tot de elektriciteitsmarkt (productie, bevoorrading, vervoer), de bevoorrading van aardgas, het beheer op lange termijn van radioactief afval of de plannen en programma’s met betrekking tot de exploratie en de exploitatie van niet-levende rijkdommen van de Noordzee.

Naast deze duidelijk omschreven sectoren bepaalt de wet ook dat bij alle plannen of programma’s die niet in de lijst voorkomen maar die "aanzienlijke" effecten op het milieu kunnen hebben, de gevolgen van hun acties beoordeeld moeten worden.

Maar hoe uitmaken of een bepaald plan “aanzienlijke” effecten zal hebben?
Het zal aan de Ministerraad zijn om dit te beslissen, op basis van een voorstel van de Minister die het dossier in kwestie behandelt en na advies van een raadgevend comité. Om de mogelijke aanzienlijke effecten te kunnen bepalen zal de beslissing genomen worden op basis van criteria die opgesomd worden in bijlage I (.PDF) van de wet:

1. De kenmerken van plannen en programma’s, in het bijzonder gelet op:

  • de mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden alsmede wat betreft de toewijzing van hulpbronnen;
  • de mate waarin het plan of programma andere plannen en programma's, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt;
  • de relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling;
  • milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma;
  • de relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Gemeenschap (bijv. plannen en programma's in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming).

2. Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed, in het bijzonder gelet op:

  • de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten;
  • de cumulatieve aard van de effecten;
  • de grensoverschrijdende aard van de effecten;
  • de risico's voor de menselijke gezondheid of het milieu (bijv. door ongevallen);
  • de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden);
  • de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op:
        • bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed;
        • de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden;
        • intensief grondgebruik;
  • de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied erkend zijn.