Veertien verschillende stoffen zijn opgenomen in de lijst van belangrijkste allergenen, die intoleranties of –allergieën kunnen veroorzaken:

1. Glutenbevattende granen, namelijk tarwe (zoals spelt en khorasantarwe), rogge, gerst, haver of de hybride soorten daarvan en producten op basis van glutenbevattende granen, met uitzondering van:

a) glucosestroop op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose;

b) maltodextrinen op basis van tarwe;

c) glucosestroop op basis van gerst;

d) granen die worden gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten, waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten.

2. Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren.

3. Eieren en producten op basis van eieren.

4. Vis en producten op basis van vis, met uitzondering van:

a) visgelatine die wordt gebruikt als drager voor vitamine- of carotenoïdenpreparaten;

b) visgelatine of vislijm die wordt gebruikt als klaringsmiddel in bier en wijn.

5. Aardnoten en producten op basis van aardnoten.

6. Soja en producten op basis van soja, met uitzondering van:

a) volledig geraffineerd(e) sojaolie en -vet;

b) natuurlijke gemengde tocoferolen (E306), natuurlijk D-alfa-tocoferol, natuurlijk D-alfa-tocoferolacetaat en natuurlijk D-alfa-tocoferolsuccinaat van soja;

c) fytosterolen en fytosterolesters van plantaardige oliën van soja;

d) plantenstanolesters geproduceerd uit sterolen van plantaardige oliën van soja.

7. Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose), met uitzondering van:

a) wei die wordt gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten, waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten;

b) lactitol.

8. Noten, namelijk amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten, en producten op basis van noten, met uitzondering van noten die worden gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten, waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten.

9. Selderij en producten op basis van selderij.

10. Mosterd en producten op basis van mosterd.

11. Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad.

12. Zwaveldioxide en sulfieten in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l.

13. Lupine en producten op basis van lupine.

14. Weekdieren en producten op basis van weekdieren.

Deze allergenen moeten altijd worden vermeld als ze bij de productie of de bereiding van een levensmiddel worden gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig zijn, zelfs in een gewijzigde vorm.

Ze moeten altijd vermeld worden, ongeacht hun gehalte, behalve sulfiet waarvoor een meldingsdrempel is vastgelegd (10 mg/kg of l).

 

Voorverpakte levensmiddelen (art. 21 en bijl. II)

De allergenen moeten vermeld worden in de lijst met ingrediënten.

De allergenen moeten duidelijk te onderscheiden zijn van de rest van de ingrediënten, bijvoorbeeld door de namen ervan in het vet, in hoofdletters of in een andere kleur te drukken, zodat ze opvallen.

Als er geen ingrediëntenlijst is, wordt de vermelding ‘bevat’ gebruikt, gevolgd door de naam van de allergenen.

Het is niet nodig om de aanwezigheid van een allergeen te vermelden als de benaming van het levensmiddel duidelijk verwijst naar de desbetreffende stof of het product (bv. ‘geroosterde pinda's’).

Voor meer informatie, bezoek onze brochure:

Regels en raadgevingen voor de vermelding van stoffen of producten die allergie veroorzaken in voorverpakte voedingsmiddelen

 

Niet-voorverpakte voedingsmiddelen: (art. 44)

Voor niet-voorverpakte voedingsmiddelen wordt enkel de vermelding van de allergenen verplicht. De toepassingsmodaliteiten op basis waarvan deze informatie aan de consument moet worden gegeven, staan in het KB van 17 juli 2014 tot vaststelling van de bepalingen inzake de mededeling van bepaalde stoffen en producten die allergieën of intoleranties veroorzaken voor niet-voorverpakte levensmiddelen. 

In dit besluit wordt bepaald dat informatie over allergenen zowel mondeling als schriftelijk aan de consument kan worden meegedeeld. In beide gevallen gelden er verschillende criteria om ervoor te zorgen dat de klant op elk moment toegang heeft tot de volledige en correcte informatie.

Wanneer de informatie mondeling wordt meegedeeld, moet er te allen tijde een personeelslid in de zaak aanwezig zijn om de consument te informeren. Is dit niet het geval – zoals in een zelfbedieningszaak waar geen verkoper in de onmiddellijke omgeving is – dan moet de informatie over de allergenen schriftelijk beschikbaar zijn. Dit kan ofwel door de informatie duidelijk zichtbaar te afficheren, of door de klant erop te wijzen waar hij de juiste informatie kan krijgen (bijvoorbeeld in een register op de toonbank).

Deze bepalingen gelden voor alle zaken die niet-voorverpakte voeding leveren of verkopen, zoals bakkerijen, slagerijen, supermarkten, restaurants, hotels, kantines van scholen of bedrijven, …

De bedoeling van deze regels is ervoor te zorgen dat consumenten altijd en overal toegang zullen hebben tot informatie over mogelijke allergenen in levensmiddelen die ze kopen.

Meer informatie over de verschillende bepalingen vindt u in deze nota.

Voor meer informatie over allergenen, bezoek onze specifieke rubriek.