Additievenwetgeving

Voedingsenzymen die als additief gebruikt worden

Sommige voedingsenzymen zijn momenteel geregeld in de verordening 1333/2008 inzake levensmiddelenadditieven. Dit geldt voor alle enzymen die als additief en niet als technische hulpstof worden gebruikt. Momenteel zijn volgende voedingsenzymen toegelaten als additief: lysozym (E1105) en invertase (E1103). De specificaties zijn geregeld in verordening 231/2012. Alle andere voedingsenzymen mogen niet als additief gebruikt worden.
Op termijn, wanneer de positieve lijst van voedingsenzymen van toepassing is, zullen er geen voedingsenzymen meer opgenomen zijn bij de lijst van additieven. De positieve lijst van voedingsenzymen onder verordening 1332/2008 omvat dan zowel voedingsenzymen gebruikt als additief als voedingsenzymen gebruikt als technische hulpstof.

Additieven in voedingsenzympreparaten

In bijlage III, deel 3 van de additievenverordening 1333/2008, wordt bepaald welke additieven onder welke voorwaarden mogen gebruikt worden in voedingsenzympreparaten. Deze reglementering is nu al van toepassing voor alle voedingsenzympreparaten. Zo wordt bij voorbeeld bepaald hoeveel van het conserveermiddel benzoëzuur er mag gebruikt worden in stremsel voor kaas, en hoeveel benzoëzuur er dan hierdoor in de kaas mag aanwezig zijn.

Enzymen voor additievenproductie

In de specificaties van additieven, in verordening 231/2012, kunnen productieprocessen van additieven beschreven zijn die gebruik maken van enzymen. Voorbeelden zijn E 459 bèta-cyclodextrine, E469 enzymatisch gehydrolyseerde cellulosegom en E 953 isomalt.
De enzymen die gebruikt worden voor de productie van additieven zijn uitgezonderd van het toepassingsdomein van de verordening inzake voedingsenzymen. Deze enzymen moeten dus niet opgenomen worden in de positieve lijst van voedingsenzymen onder verordening 1332/2008.
 

Aromaverordening

De aromaverordening 1334/2008 vermeldt enzymatische procedés in de definitie van natuurlijke aroma’s.
Dit neemt niet weg dat het gebruik van voedingsenzymen voor aromaproductie ook moet voldoen aan alle eisen van de enzymverordening 1332/2008.

 

Wetgeving betreffende Novel food

De specificaties van nieuwe voedingsmiddelen kunnen het gebruik van voedingsenzymen vermelden. Dit neemt niet weg dat het gebruik van voedingsenzymen voor de productie van deze voedingsmiddelen ook moet voldoen aan alle eisen van de enzymverordening 1332/2008. Het voedingsenzym moet dus ook de toelatingsprocedure doorlopen om de toelating voor het nieuwe voedselingrediënt niet in gevaar te brengen.

 

Hydrolysaten in bijzondere voeding

In het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, is er sprake van eiwithydrolysaten, en ook van eiwitbewerking met behulp van een trypsinepreparaat. Dit neemt niet weg dat het gebruik van voedingsenzymen waaronder trypsine voor de productie van deze hydrolysaten en van bijzondere voeding ook moet voldoen aan alle eisen van de enzymverordening 1332/2008.

 

Fruitsaprichtlijn

Richtlijn 2001/112/EEG inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten laat onder andere toevoeging toe van volgende enzympreparaten: pectinasen (voor de afbraak van pectine), proteïnasen (voor de afbraak van eiwitten) en amylasen (voor de afbraak van zetmeel) die voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1332/2008 inzake voedingsenzymen.

 

Verordening over de productie van wijn (regionale bevoegdheid)

Verordening 606/2009 welke de procédés beschrijft voor de wijnproductie, vermeldt in bijlage IA gebruik van enzymatische bereidingen van pectinelyase, pectine methyl-esterase, polygalacturonase, hemicellulase, cellulase, bètaglucanase en glycosidase voor oenologisch gebruik voor de maceratie, de klaring, de stabilisatie en de filtratie, alsmede om de in de most en de wijn aanwezige aromatische precursoren van de druiven tot expressie te laten komen. Daarnaast wordt ook melding gemaakt van het gebruik van urease (om het ureumgehalte van de wijn te verlagen) en van toevoeging van lysozym.
Dit neemt niet weg dat het gebruik van voedingsenzymen voor wijnproductie ook moet voldoen aan alle eisen van de enzymverordening 1332/2008.

 

Verordening inzake de biologische productie (regionale bevoegdheid)

Enzymgebruik is volgens artikel 11 in Verordening 2018/848 inzake de biologische productie beperkt tot enzymen die niet door genetisch gewijzigde organismen geproduceerd zijn. Voedingsenzymen die gewoonlijk worden gebruikt bij de levensmiddelenverwerking en die niet gebruikt worden als additieven, behoeven geen specifieke toelating voor biologische productie (artikel 2.2.2. van deel IV bijlage I van verordening 2018/848).
Het gebruik van enzymen als additief, moet voldoen aan de voorwaarden van verordening 1333/2008, alsook aan de beperkingen in bijlage V, deel A1 van verordening 2021/1165 (waar de enzymen zoals lysozyme en invertase niet toegelaten zijn). Het gebruik van enzymen in biologisch geproduceerde wijn is beperkt toegelaten in bijlage V deel D van de verordening 2021/1165.
Dit neemt niet weg dat het gebruik van voedingsenzymen voor de biologische productie van voeding ook moet voldoen aan alle eisen van de enzymverordening 1332/2008.