Etikettering van voedingsenzympreparaten

De verordening inzake voedingsenzymen bepaalt in hoofdstuk III de regels van etikettering van enzympreparaten, vooral maar niet uitsluitend voor de handel tussen bedrijven. Deze bepalingen zijn al van toepassing sinds 20 januari 2010. De naam van ieder voedingsenzym moet vermeld zijn. Men mag zich dus niet beperken tot de vermelding “enzymen”. Ook andere zaken, zoals een houdbaarheidsdatum, moeten vermeld worden.
Indien bij voorbeeld een mix voor brood voedingsenzymen bevat, dan moeten deze regels gevolgd worden.

Ingrediëntenlijst in geval van gebruik van voedingsenzymen in een levensmiddel

Bij gebruik van voedingsenzymen bij de fabricage van levensmiddelen, moeten de namen van de voedingsenzymen verschijnen in de ingrediëntenlijst, tenzij in geval van uitzondering. Er zijn verschillende uitzonderingen op de plicht tot vermelding van voedingsenzymen in de lijst van ingrediënten van een voedingsmiddel met een ingrediëntenlijst.

  • Ten eerste moeten enzymen niet vermeld worden als ze enkel gebruikt werden bij de productie van het ingrediënt, en geen functie hadden bij de productie van het geëtiketteerde voedingsmiddel zelf.
  • Ten tweede moeten enzymen niet vermeld worden als ze tijdens het productieproces weliswaar werden toegevoegd, maar ook weer verwijderd werden (gebruik als technische hulpstof).
  • Ten derde moeten enzymen volgens de Europese leidraad niet vermeld worden als ze vernietigd werden tijdens de productie van het geëtiketteerde voedingsmiddel, bij voorbeeld tijdens een verhittingsstap (enzymen zijn niet erg stabiel; dergelijke uitzondering bestaat enkel voor enzymen en niet voor andere stoffen).
Allergenen

Voedingsenzymen kunnen vallen onder de verplichte allergenenetikettering, ongeacht of ze gebruikt worden als technische hulpstof of als additief. Bij voorbeeld lysozym (E1105), dat gewonnen wordt uit kippeneiwit, valt onder de allergenenetikettering “eieren en producten op basis van eieren” van bijlage II van verordening 1169/2011 .

Effectetikettering

We spreken van effect- labelling of effectetikettering indien er in etikettering sprake is van wijzigingen in het voedingsmiddel die door de enzymen of andere methoden zijn veroorzaakt. Wanneer de positieve lijst van voedingsenzymen wordt vastgelegd, is het mogelijk om daarin voorwaarden van effectetikettering op te leggen. Uiteraard kunnen dergelijke eisen ook gesteld worden in de etiketteringsverordening.
Zo is volgende vermelding al verplicht op vleesproducten en visserijproducten die de indruk wekken dat ze uit één stuk vlees of vis gemaakt zijn, maar eigenlijk bestaan uit verschillende stukken die gecombineerd zijn door middel van voedingsenzymen: „samengesteld uit stukjes vlees” en „samengesteld uit stukjes vis”. Enzymgebruik kan aan de basis liggen van dergelijke “samenstelling”. In vers vlees of vleesbereidingen of in verse vis of bereidingen van verse vis, is enzymgebruik met dergelijk effect momenteel niet toegelaten, aangezien het niet vermeld is in de lijst van toegelaten additieven, en de enzymen niet verwijderd of vernietigd werden.
Effectetikettering kan gebruikt worden om te voorkomen dat de consument misleid wordt. Het is immers verboden om de consument te misleiden.
Effectetikettering kan ook gewoon gebruikt worden om de consument te informeren over de aard van het product. Indien het voedingsenzym lactase gebruikt werd om lactose in melk te splitsen ten behoeve van mensen met een lactose-intolerantie, dan heeft de fabrikant uiteraard de bedoeling om de consument te informeren dat het product arm aan lactose is.