3-monochloorpropaandiol  wordt tijdens de productie van gehydrolyseerd plantaardig eiwit gevormd. Het komt voor in sojasaus die niet zuiver met traditionele fermentatie werd gemaakt. Er bestaan Europese maximumgehaltes  (EUR-Lex).

In de 'Code of Practice for the reduction of 3-monochloropropane-1,2-diol (3-MCPD) during the production of acid-hydrolysed vegetable proteins (acid-HVPs) and products that contain acid-HVPs' (Codex Alimentarius, CAC/RCP 64-2008) kunt u preventie- en reductiestrategieën vinden.

Recent werden ook de gerelateerde MCPD- en glycidyl-esters in voeding teruggevonden. Ze komen vooral voor in geraffineerde plantaardige oliën en vetten, gebruikt als ingrediënt in allerlei levensmiddelen zoals koekjes, margarine en zuigelingenvoeding. Palmolie en –vet bevatten de hoogste gehaltes. 

Begin mei 2016 publiceerde EFSA een opinie (EFSA, in het Engels) waarin deze wetenschappers van oordeel waren dat er volksgezondheidszorgen zijn voor zowel 3-MCPD & haar esters alsook voor glycidyl esters in voeding. 

EFSA concludeerde uit de data dat tussen 2010 en 2015 de gehaltes aan glycidylesters in palmolie en –vetten al gehalveerd zijn door maatregelen die de producenten hebben genomen.

Vetzuuresters van glycidyl worden in het spijsverteringskanaal gehydrolyseerd in glycidol. De EFSA is tot de conclusie gekomen dat glycidol een genotoxische en kankerverwekkende verbinding is. Gezien het genotoxische en kankerverwekkende effect van glycidol heeft de EFSA een blootstellingsmargetechniek toegepast. Scenario's van blootstelling voor zuigelingen, peuters en andere kinderen hebben geresulteerd in een blootstellingsmarge van 12 800 tot 4 900, en voor zuigelingen die alleen volledige zuigelingenvoeding krijgen, in een blootstellingsmarge van circa 5 500 tot 2 100. De EFSA was van mening dat een blootstellingsmarge van minder dan 25 000 een gezondheidsrisico vormt.

Daarom was het passend een maximumgehalte vast te stellen voor de aanwezigheid van vetzuuresters van glycidyl in plantaardige oliën en vetten die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen. Gezien het gezondheidsrisico voor zuigelingen en peuters werd een strikter maximumgehalte vastgesteld voor plantaardige oliën en vetten die bestemd zijn voor de vervaardiging van babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters. Verordening (EU) 2018/290 tot wijziging van Verordening (EG) nr.  1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan vetzuuresters van glycidyl in plantaardige oliën en vetten, volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters, is van toepassing sinds 19 maart 2018. Een overgangsmaatregel tot 19 september 2018 geldt voor levensmiddelen geproduceerd vóór 19 maart 2018. Er zijn specifieke stricte maximumgehaltes voor volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters van toepassing vanaf 19 maart 2018 tot 30 juni 2019, waarna van 1 juli 2019 zonder overgangsperiode lagere gehaltes van toepassing zullen zijn.

In 2018 heeft EFSA een geactualiseerd advies gepubliceerd over 3-MCPD en 3-MCPD-esters. De TDI (tolereerbare dagelijkse inname) van 2 µg 3-MCPD per kg lichaamsgewicht per dag mag voor de veiligheid niet overschreden worden, om de mannelijke vruchtbaarheid niet in gevaar te brengen.