Zowel de Gewesten als de federale overheid zijn – naargelang hun respectieve bevoegdheden – betrokken bij de problematiek van het troposferische ozon.

De Belgische deskundigen komen samen in het kader van de Stuurgroep Atmosfeer, opgericht door het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM).

In deze stuurgroep wisselen de Gewesten en de federale overheid informatie over de luchtverontreiniging uit. Het is ook in dit forum dat de standpunten en rapporten worden voorbereid die België op verzoek van Europese en internationale organisaties uitwerkt.

Wat de federale bevoegdheden betreft, zijn er sinds 1996 drie opeenvolgende ‘Ozonplannen’ opgesteld en na evaluatie aangepast. Het derde plan dateert van 2003. Het is trouwens een onderdeel van het eerste Nationale Ozonplan, ontstaan uit de samenvoeging van de plannen van de drie Gewesten en de federale overheid. Dit plan kwam er in de zomer van 2003, om de diverse maatregelen en het informeren van de bevolking beter op elkaar af te stemmen.

Aansluitend op de Lente van het Leefmilieu bundelt het Federale plan inzake de luchtkwaliteit voor 2009-2012 (HTML) de structurele maatregelen (namelijk die met gevolgen op lange termijn, door een verminderde uitstoot van ozonprecursoren) die de verschillende betrokken ministers en federale instanties dan zullen uitvoeren, inclusief bepaalde fiscale maatregelen.

Een koninklijk besluit van 7 oktober 2005 (.PDF) legt beperkingen op wat betreft het gehalte aan vluchtige organische stoffen in verven en vernissen. Deze maatregel past in het bredere kader van de NEC-richtlijn (WEB) die een strategie uitstippelt om de uitstoot van deze VOS te beperken.

Naast deze structurele maatregelen zijn er ook procedures en maatregelen voorzien op korte termijn, ingeval de ozondrempel wordt overschreden. Ook voor deze maatregelen is er overleg geweest tussen de verschillende beleidsniveaus en betrokken instellingen.

Bij overschrijding van de waarschuwingsdrempel (180 µg/m3) of van de alarmdrempel (240 µg/m3) stuurt de IRCEL (WEB) een officiële mededeling naar het persagentschap Belga, dat deze informatie dan doorstuurt naar de verschillende media.

Deze procedure werd vervolledigd door het Hittegolf- en Ozonpiekenplan, waardoor nu bepaalde instanties die een belangrijke rol spelen in het beheer van dergelijke situaties op een gerichtere manier kunnen worden gewaarschuwd. Van zodra zowel de hitte- als de ozondrempel is overschreden, worden de spoeddiensten, de ziekenhuizen en de rusthuizen hiervan op de hoogte gebracht.

Het Hittegolf- en Ozonpiekenplan omvat drie fasen: een waakzaamheidsfase, een waarschuwingsfase (onderverdeeld in twee niveaus) en een alarmfase. Dit plan geeft aanwijzingen voor het identificeren van personen die te lijden hebben onder de hitte of de hoge ozonwaarden. Het bevat ook tips om problemen door hitte te voorkomen, vooral dan bij zieken, bejaarden en kleine kinderen.