De patiëntenrechtenwet onderscheidt in dit geval twee categorieën van patiënten die kunnen worden vertegenwoordigd:

·      de minderjarige patiënten (patiënten onder de 18 jaar): zij worden volgens het Burgerlijk wetboek handelingsonbekwaam geacht

·      de meerderjarige patiënten die volgens de beroepsbeoefenaar feitelijk niet in staat zijn om hun wil te uiten (bv. persoon in coma)

Wie kan de rechten uitoefenen van de patiënt die hiertoe niet in staat is?

Indien de patiënt minderjarig is, worden de rechten van de patiënt uitgeoefend door de ouders of voogd.

De minderjarige kan evenwel zijn rechten geheel of gedeeltelijk zelf uitoefenen als hij door de beroepsbeoefenaar tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat wordt geacht.

Indien de meerderjarige patiënt, volgens de beroepsbeoefenaar, feitelijk niet in staat is om zijn patiëntenrechten uit te oefenen, oefent de door de patiënt benoemde vertegenwoordiger de rechten van de patiënt uit. De patiënt kan vooraf deze persoon aanwijzen via een gedagtekend en (door beiden) ondertekend schriftelijk mandaat.

Ter aanstelling van de vertegenwoordiger heeft de Federale commissie “Rechten van de patiënt” een formulier opgesteld. De patiënt kan dit formulier gebruiken of voor een andere formulering opteren.

Indien de patiënt geen vertegenwoordiger heeft aangesteld of indien de aangestelde vertegenwoordiger niet optreedt, dan worden de rechten van de patiënt uitgeoefend door de bewindvoerder over de persoon. De bewindvoerder over de persoon wordt aangesteld door de vrederechter en treedt op voorzover en zolang de patiënt niet in staat is om zijn patiëntenrechten zelf uit te oefenen.

Indien de patiënt geen vertegenwoordiger heeft aangesteld of indien de aangestelde vertegenwoordiger niet optreedt, en indien er geen bewindvoerder bevoegd is, worden de rechten van de patiënt in vervangende volgorde uitgeoefend door de samenwonende echtgeno(o)t(e) of partner, het meerderjarig kind, een ouder, een meerderjarige zus of broer, en tot slot de beroepsbeoefenaar.

De beroepsbeoefenaar behartigt ook de belangen van de patiënt in geval van een conflict onder meerdere mogelijke vertegenwoordigers van hetzelfde niveau (bv. meerdere kinderen), en dit in multidisciplinair overleg.

De bevoegdheid van de vertegenwoordiger heeft evenwel grenzen:

·      De patiënt wordt zoveel als mogelijk en in verhouding tot zijn begripsvermogen bij de uitoefening van zijn rechten betrokken.

·      Om de privacy van de patiënt te beschermen, kan de beroepsbeoefenaar de vertegenwoordiger de toegang tot het patiëntendossier weigeren. Alleen de door de vertegenwoordiger aangewezen beroepsbeoefenaar kan het patiëntendossier inzien of een afschrift bekomen.

·      Indien, in geval van nood, de wil van de patiënt en die van de vertegenwoordiger onduidelijk zijn, handelt de beroepsbeoefenaar zo goed mogelijk in het belang van de gezondheid van de patiënt.

·      In multidisciplinair overleg kan de beroepsbeoefenaar afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger als die beslissing een bedreiging van het leven van de patiënt of een ernstige aantasting van zijn gezondheid zou betekenen (bv. in geval van weigering van een levensnoodzakelijke behandeling).

·      De vertegenwoordiger kan nooit ingaan tegen een voorafgaande wilsverklaring van de patiënt met betrekking tot een welbepaalde tussenkomst.

Formulier