Als hulpverlener kan jij getroffenen en omstaanders helpen om veerkrachtig om te gaan met de moeilijke situatie waarin ze zich bevinden. Door een steunende houding aan te nemen en alert te zijn voor hulpbronnen van de persoon, kan je deze al goed op weg helpen. We hanteren hiervoor dezelfde principes van veerkracht. Zorg dat de persoon veilig is, tot rust kan komen, zelf terug controle kan nemen, er niet alleen voor staat en toekomstperspectief heeft. 

Veiligheid

Veiligheid is steeds eerste prioriteit, ook om anderen te steunen. Zorg dat je patiënt zich veilig kan voelen bij jou als hulpverlener. Vertrouwen uitstralen doe je zo:

  • Wees kalm.
  • Toon dat je op je eigen kunnen vertrouwt.
  • Wees oprecht in je reacties.
  • Spreek de persoon aan met de (voor)naam.
  • Leg uit:
    • wie je bent en wat je kan doen voor de persoon; zo weet de persoon wie hem/haar helpt en wat die aan jou heeft;
    • dat hij/zij veilig is.
  • Wees voorspelbaar.
  • Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
  • Maak geen beloftes die je niet kan waarmaken.
  • Geef alle informatie waar je zeker van bent en niets meer. Zeg het dan ook als je iets niet weet.
  • Toon dat je geïnteresseerd bent in het verhaal van de persoon.
  • Scherm af voor media en nieuwsgierige blikken

Rust

Help de persoon tot rust komen. Kalmte geeft de persoon de kans om helder na te denken en terug controle te nemen in de eigen situatie. Een kalme patiënt werkt ook beter mee. Je kan niemand dwingen om te kalmeren, maar kalmte is wel besmettelijk.

Je geeft iemand de kans om te kalmeren wanneer je:  

  • vriendelijk en rustig reageert;
  • duidelijk spreekt in korte zinnen;
  • mensentaal gebruikt in plaats van vaktaal;
  • uitleg geeft over de situatie en de hulp die geboden wordt;
  • luistert;
  • uitlegt dat het normaal is hoe ze nu reageren. Ze maken immers een (voor hen) abnormale gebeurtenis mee.

Luister

Neem (waar mogelijk) een goede luisterhouding aan.

  • Maak regelmatig oogcontact, maar ook niet de hele tijd.
  • Richt je lichaam naar de verteller.
  • Bevestig dat je luistert door te knikken, uhummen, …
  • Geef ruimte om te luisteren door zelf te zwijgen.
  • Stel vragen die jou en de persoon zelf kunnen helpen om de situatie beter te begrijpen. Bijv. Wat gebeurde er dan? Hoe was dit voor jou? Wat vond je hiervan? Begrijp ik het goed dat …?

Zelfredzaamheid

Wanneer iemand de controle verliest over de situatie, voelt die zich machteloos. Zelfredzaamheid stimuleren helpt de persoon terug gevoel van controle te krijgen.

  • Vraag wat iemand nodig heeft (in plaats van dit zelf te beslissen).
  • Vraag toestemming om te helpen en voor de handelingen die je wil doen.
  • Leg uit wat je doet en waarom je dit doet.
  • Betrek de persoon in de hulp die je biedt (iets aangeven, op een verband drukken, …)
  • Laat de persoon zelf beslissingen nemen, over wat hij/zij drinkt, welke hulp die wil, …
  • Toon dat je gelooft in de persoon om terug heft in handen te nemen.
  • Zoek mee naar een oplossing die werkt voor die persoon. Dit doe je door te motiveren, vragen te stellen naar mogelijke troeven, hulpbronnen, middelen aan te reiken, suggesties aan te reiken, …

Verbondenheid

De beste steun komt van iemand die we al kennen, waar we ons veilig bij voelen. Iemand waar we bij andere moeilijke situaties ook steun zoeken. Aan ons om deze mensen terug te verbinden.

  • Motiveer de persoon om iemand te contacteren.
  • Geef (waar mogelijk) tijd om iemand te bellen, laat de patiënt zelf bellen.
  • Zorg waar nodig voor communicatiemiddelen.
  • Hou families zoveel mogelijk samen.
  • Verwijs waar nodig door naar lotgenotenverenigingen.

Hoop - toekomstperspectief

Een beetje perspectief hebben in een machteloze situatie geeft de kans vooruit te kijken en niet enkel vast te zitten in wat er net gebeurd is. Dit perspectief is vaak een klein moment in de nabije toekomst, bijvoorbeeld informatie over verdere hulp, contact met iemand vertrouwd, belangrijk nieuws, een wandeling met de hond,… een klein lichtpuntje in het duister.

  • Geef informatie over de hulp die nog onderweg is.
  • Leg uit naar waar je ze brengt en wat ze daar mogen verwachten.
  • Denk mee na naar een moment dat perspectief kan bieden.
  • Verwijs door naar hulpverlening die hen ook na jouw kortstondig contact kan helpen.

 

Naar wie kan je doorverwijzen? Zie ‘Hulp zoeken’.