Ons land kent drie mogelijke vorderingen:

De gerechtelijke beroepsprocedures: hoven en rechtbanken

rechter 2De gerechtelijke beroepsprocedure heeft betrekking op de geschillen over subjectieve rechten die bij de hoven en rechtbanken aanhangig worden gemaakt. Het gaat om een persoon, een vereniging of een onderneming die meent dat zijn rechten werden geschonden door een andere persoon, vereniging of onderneming. Het gaat om zaken van burgerlijk recht (zoals eigendom en personenrecht) of van strafrecht.

Een zaak kan in eerste aanleg aanhangig worden gemaakt bij de vrederechter (burgerlijk), de politierechtbank (strafrechtelijk), of indien de feiten ernstiger zijn, de rechtbank van eerste aanleg (burgerlijke of correctionele kamer).

Milieugeschillen worden in het algemeen ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg, hetzij op burgerlijk vlak, hetzij op strafrechtelijk vlak (correctionele rechtbank).

Milieuorganisaties die voldoen aan de voorwaarden (inzake juridisch statuut, maatschappelijk voorwerp, geografische actiezone), beschikken over een specifieke beroepsprocedure om een handeling die schadelijk is of kan zijn voor het milieu te laten stopzetten: het gaat om de vordering tot stopzetting voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Deze speciale beroepsprocedure werd ingevoerd bij de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu. Indien de inbreuk of de dreiging voor een inbreuk werd vastgesteld, kan de voorzitter van de rechtbank de handeling of de dreiging voor een handeling laten stopzetten of de schade aan het leefmilieu voorkomen.

De federale overheid is in België bevoegd voor alle aspecten die onder de rechterlijke macht ressorteren. Zie site van de federale overheidsdienst Justitie.

De bestuursrechtelijke beroepsprocedures: bestuursrechtelijke instanties en commissies

Daarnaast zijn er bij wet voor bepaalde geschillen bestuursrechtelijke instanties en/of commissies opgericht.

De beroepsprocedures voor deze instanties worden georganiseerde bestuurlijke beroepsprocedures genoemd. De gewesten, die in grote mate bevoegd zijn voor het leefmilieu, hebben dergelijke mechanismen bijvoorbeeld ingevoerd om conflicten inzake milieuvergunningen en stedenbouwkundige vergunning te regelen.

Een rechthebbende kan van dergelijke beroepsprocedures gebruik maken om zijn rechten te doen gelden bij inbreuken op het recht op toegang tot milieu-informatie (1ste pijler van het Verdrag van Aarhus) of bij tekortkomingen inzake inspraak bij het besluitvormingsproces (2de pijler van het Verdrag van Aarhus). In dat geval moet de beroepsprocedure bij de betrokken overheid worden ingesteld, namelijk één van de drie gewesten – die de meeste milieubevoegdheden hebben – of bij de federale overheid. De federale overheid heeft specifiek de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie opgericht (Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie). Bij deze commissie kan een rechthebbende beroep aantekenen tegen een miskenning van zijn recht op toegang tot milieu-informatie. Een overzicht van eerdere beslissingen en adviezen van deze commissie is beschikbaar op haar website.

De beroepsprocedure bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak)

Naast zijn taak van adviesorgaan op wetgevend gebied moet de Raad van State ook controleren of de beslissingen van de overheidsinstanties (regeringen, provincies, gemeenten, administraties) voldoen aan de decreten en ordonnanties, de wetten en de Grondwet. 

De Raad van State kan onwettig bevonden bestuursrechtelijke handelingen opschorten of nietig verklaren.

De Raad van State ontvangt bijzonder veel beroepsprocedures tot nietigverklaring, met of zonder verzoek tot schorsing, in het bijzonder betreffende de toekenning van stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen.

Er is ook een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid voorzien wanneer een bestuursrechtelijke handeling die een ernstige en onherstelbare schade aan het milieu kan toebrengen, in de nabije toekomst zal worden uitgevoerd.