Stikstofoxiden omvatten:
- stikstofmonoxide (NO), voortkomende uit de verbranding bij hoge temperatuur door oxidatie van stikstof uit de lucht;
- stikstofdioxide (NO2), een zogenaamd secundaire verontreinigende stof want voornamelijk voortgebracht door oxidatie van NO in de lucht.

De aanwezigheid ervan in lokalen is te wijten aan:
- externe bronnen: haarden voor industrie en verwarming, autoverkeer;
- interne bronnen: toestellen die op gas werken (fornuizen, verwarmingsketels, warmwatertoestellen, oliekachels) en in mindere mate hout- of benzinekachels en sigarettenrook.

Hoewel uit experimentele studies bij mens en dier blijkt dat stikstofdioxide echt giftig is, zijn de resultaten van de epidemiologische studies niet zo overtuigend. De gevolgen van gecontroleerde blootstelling aan hoge concentraties stikstofdioxide voor de longen zijn immers gekend bij mens en dier, maar de impact van geringe concentraties op de gezondheid is in de epidemiologische studies niet zo duidelijk aangetoond.

Astmapatiënten vormen evenwel een groep die gevoelig is voor stikstofdioxide: de blootstelling aan NO2 veroorzaakt een aantasting van hun longfunctie en een verhoging van de gevoeligheid van de luchtwegen voor irriterende stoffen van de luchtwegen.

Om de opeenstapeling van stikstofoxiden in ons binnenmilieu te beperken, is het raadzaam om:

• de installatie en het onderhoud van verbrandingstoestellen toe te vertrouwen aan erkende vaklui en die toestellen te gebruiken volgens de door de fabrikant meegeleverde gebruiksaanwijzing;
• de verwarmingsketel vóór de winterkou te laten controleren door een erkend vakman en één keer per jaar over te gaan tot een volledige revisie;
• te controleren dat de rookafvoer buiten het gebouw gebeurt en dat het rookkanaal in goede staat en niet verstopt is;
• geen afzuigkap met buitenafvoer te installeren in een ruimte waar ook een toestel staat dat aangesloten is op een rookkanaal, aangezien de werking van dat toestel zwaar verstoord kan worden. Geef in dat geval de voorkeur aan een afzuigkap met luchtrecyclage en raadpleeg een installateur;
• regelmatig de branders van uw gasfornuis te reinigen (de vlammen van elke mond moeten blauw en kort zijn). Een juist afgestelde vlam maakt de onderkant van de kookpotten niet zwart;
• kleine warmwatertoestellen en kleine kooktoestellen zonder buitenafvoer enkel met tussenpozen en voor een korte duur (maximum 8 minuten) te gebruiken in voldoende grote en verluchte ruimtes (minimum 8 m³ voor een kooktoestel en 15 m³ voor een klein warmwatertoestel). Ze zijn verboden in badkamers, slaapkamers, woonkamers en studio’s;
• mobiele verwarmingstoestellen op butaan, propaan of olie enkel te gebruiken in ruimtes die verlucht worden. Zorg ervoor dat ze voorzien zijn van veiligheidsinrichtingen met luchtcontrole;
• de woning nooit te verwarmen met de oven van een fornuis (deur open), een campingradiator voor buiten, een vuurkorf, een stralingstoestel voor op werven, ... ;
• een stroomgenerator of een barbecue niet te laten werken in een gesloten ruimte.

Zie ook Radon: http://www.fanc.fgov.be/nl/page/homepage-agence-federale-de-controle-nucleaire-afcn/1.aspx