Gloeilampen
Een gloeilamp produceert licht door verhitting van een gloeidraad. De meeste energie wordt in het infrarode (IR) gebied uitgestraald (als warmte in plaats van als licht), wat er voor zorgt dat het rendement erg laag is. De gezondheidsrisico’s zijn minimaal. Omdat ze veel energie verspillen, heeft de Europese Unie besloten om gloeilampen stapsgewijs uit de markt te halen. |
Halogeenlampen
Fluorescentielampen
De buis van een fluorescentielamp is aan de binnenzijde bedekt met een fluorescerende stof en is gevuld met kwikdamp onder lage druk. Onder invloed van elektrische spanning tussen twee elektroden aan het uiteinde van de buis, vindt een gasontlading van de kwikdamp plaats, waardoor de kwikdamp ultraviolet licht gaat uitzenden. In de fluorescerende laag wordt de ultraviolette straling omgezet in zichtbaar licht. De fluorescerende laag is niet altijd perfect homogeen en laat een beetje ultraviolette straling door. Daarom geeft een fluorescentielamp een beetje ultraviolet en blauw licht. De bekendste voorbeelden zijn de tl-lampen (tl komt van het Franse “tube luminescent”, lichtgevende buis) en de compacte fluorescentielampen, CFL (ook spaarlampen genoemd).
Fluorescentielampen produceren ook niet-optische elektromagnetische velden van intermediaire frequenties (30-60 kilohertz, kHz). Ze zenden geen radiogolven uit en kunnen daarom niet vergeleken worden met een gsm (zoals soms wordt gedaan). Zelfs het meest prominente type straling (van 30–60 kHz) ligt onder de blootstellingslimiet wanneer men enige afstand ten opzichte van de lamp behoudt (enkele centimeters).
Led
gezondheidsrisico kan inhouden (“blauw lichtschade”).U kunt alle informatie van deze rubriek in zijn geheel als pdf-document downloaden (infofiche “Lampen en straling”).