Aardgas en stookolie zijn bij ons de meest gebruikte brandstoffen voor verwarming. Beide fossiele brandstoffen veroorzaken broeikasgassen. Het is dus wenselijk andere, milieuvriendelijkere verwarmingstechnieken te gebruiken of de bestaande installatie te combineren met een systeem op hernieuwbare energie, zoals warmtepompen of zonnepanelen.

Aangezien de warmteopbrengst van een olie- of gasgestookte verwarmingsketel min of meer dezelfde is, zal de keuze voornamelijk afhangen van de beschikbaarheid van de grondstoffen, de praktische aspecten m.b.t. de installatie van het systeem, het voorgestelde regelsysteem (thermostaat, …), het gemak of de frequentie van het onderhoud van de ketels.

Fossiele brandstoffen

Zowel aardgas als stookolie zijn fossiele brandstoffen die ontstaan uit de fossilisatie van levende organismen.

Stookolie is een vloeibare brandstof die gewonnen wordt uit aardolie. Op onze markt bestaan er twee gestandaardiseerde vormen van stookolie : stookolie en stookolie extra. Dit betekent dat, ondanks de liberalisering van de markt, de stookolie van de verschillende leveranciers identiek is.

Aardgas is wat zijn fysisch-chemische samenstelling betreft niet gestandaardiseerd. Toch bestaat het altijd grotendeels uit methaan en bevat het ook een variabele hoeveelheid stikstof.

We onderscheiden twee categorieën van gassen, naargelang hun samenstelling :
1. rijk gas (of gas van het type H, wat staat voor “hoge calorische waarde”, energierijker dan zuiver methaan) ;
2. arm gas.

Beide worden verdeeld in België.

Uitstoot van vervuilende stoffen

• Koolstofdioxide : CO2

Aardgas en stookolie zijn beide fossiele brandstoffen. Ze stoten CO2 uit bij hun verbranding. Aardgas stoot evenwel ongeveer 25% minder CO2 uit dan stookolie.

• Zwaveldioxide : SO2

In tegenstelling tot aardgas komt er bij de verbranding van stookolie zwaveldioxide (SO2) vrij, een luchtvervuilende stof die medeverantwoordelijk is voor de vorming van zure regen. De regelgeving omtrent deze uitstoot is de voorbije jaren enorm geëvolueerd.

In januari 2008 werd de traditionele stookolie (gasoil) met 2000 ppm (deeltjes per miljoen of 10-6) vervangen door stookolie met 1000 ppm. Dit betekent een vermindering van de uitstoot van SO2 met 50%!

En deze dalende tendens gaat voort. Er bestaat nu een zeer zwavelarme stookolie, stookolie extra genoemd (vroeger maximum 50 ppm zwavel en nu maximum 10 ppm) die nog minder vervuilend is. Deze zeer zwavelarme stookolie, in oorsprong bedoeld voor bepaalde condensatieketels, kan ook in andere installaties gebruikt worden. Jammer genoeg is deze stookolie duurder dan de traditionele stookolie door de ontzwaveling die de stookolie ondergaat.

 Stikstofoxiden : NOx

Bij verwarming op stookolie worden er zeer veel stikstofoxiden (NOx) uitgestoten. Die emissies zijn grotendeels het gevolg van de oxidatie van de stikstof die in de lucht zit en in mindere mate ook van de aanwezigheid van stikstof in stookolie.

NOx worden ook wel de “voorlopers van ozon” genoemd, omdat ze onder invloed van de zon de ozonvorming in de hand kunnen werken. En ozon is een oxiderende stof die een risico vormt voor gevoelige personen. De grote ozonconcentratie in de lucht kan ozonpieken doen ontstaan. Die ozonpieken kunnen een impact hebben op de gezondheid van zogenaamde risicopersonen (ouderen, kinderen en andere risicopersonen).

In tegenstelling tot stookolie produceert aardgas minder stikstofoxide, maar is daarom nog niet onschadelijk.

 Methaan : CH4

Het ontsnappen van gas, en dus van methaan, uit pijpleidingen of bij de winning ervan vormen een reëel gevaar voor het milieu. Methaan is immers één van de broeikasgassen die de meeste impact heeft op de klimaatopwarming.

Zo is bij een gelijke uitstoot het aandeel van methaan in de opwarming van de aarde 20 tot 23 keer groter dan dat van CO2. Deze methaanlekken zijn ook schadelijk voor de ecosystemen in de omgeving. Ze kunnen leiden tot de verstikking van het wortelstelsel van planten.