Onze huidige productie- en consumptiepatronen leiden tot overmatige exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, de achteruitgang van ons leefmilieu en klimaatverandering. Onze levensstijl moet dus grondig veranderen. Het engagement van alle actoren in de maatschappij –bedrijven, consumenten en overheden– is nodig om deze verandering te doen slagen.

We moeten onze productie- en consumptiepatronen opnieuw uitdenken om ze duurzamer te maken.

Deze denkoefening wordt op alle beleidsniveaus gevoerd,  ook op het niveau van de federale overheid, die dankzij haar bevoegdheid over het op de markt brengen van producten en diensten vele hefbomen kan inzetten.

De grote lijnen van het federale beleid hebben als doel:
1. een minimaal niveau van milieukwaliteit te garanderen voor producten en diensten
2. de berekening van de milieueffecten van producten uit te werken 
3. de consument te helpen bij de keuze van milieuvriendelijke producten
4. samen te werken met de distributie
5. duurzame overheidsopdrachten te lanceren.

Om dit beleid uit te voeren overlegt het Directoraat-generaal Leefmilieu regelmatig met bedrijven, consumentenverenigingen, milieu-NGO’s en vakbonden.

1. Garanderen van een minimale milieukwaliteit voor alle producten en diensten die op de markt gebracht worden, via het bepalen van normen.

Het DG Leefmilieu wil de markt geleidelijk aan opschroeven en alle consumenten beschermen. Producten die de gezondheid van de mens én het milieu bewaren, moeten de norm worden voor iedereen, niet enkel voor goed geïnformeerde consumenten.

De productcategorieën met de hoogste impact op milieu en gezondheid worden prioritair herbekeken. Het gaat voornamelijk om de drie thema’s: huisvesting, transport en voeding.

De normen voor die producten worden zowel Europees als nationaal bepaald.

2. De berekening van de milieueffecten van producten op punt stellen

Het DG Leefmilieu is al meerdere jaren betrokken bij het op punt stellen van berekeningsmethodes voor de milieueffecten van producten, zowel op nationaal als op Europees niveau.

Als die milieueffecten becijferd en gekend zijn, krijgt elke actor van de keten (producenten, distributeurs, consumenten) een duidelijker beeld van de mogelijke verbeteringen op zijn niveau. Producenten maken keuzes voor het design van het product, de grondstoffen en de productiewijze. Distributeurs bepalen het transport, de productie onder eigen merk (van de distributeur) en de keuze van het assortiment producten in de rekken. Tot slot beslist de consument om een product wel of niet te kopen.

3. De consument helpen bij de keuze van de meest milieuvriendelijke producten

Het Europees ecolabel is het enige officiële milieulabel dat in België door de overheid ondersteund wordt. Dankzij dat label kan de consument makkelijk de producten herkennen die een aantal vereisten op het vlak van milieu en gezondheid respecteren. Die criteria worden door de federale overheid autonoom gecontroleerd.

Ecolabel_logookbat2010
Het logo van het Europees ecolabel 
 
4. Samenwerken met de distributie

Distributeurs (groothandelaars, winkels en andere kleinhandelaars) zijn belangrijke actoren op de markt geworden. Zij beslissen over het assortiment producten dat aan de klanten worden aangeboden.

Zo werden er akkoorden met de sectoren ondertekend met het oog op een ruimer aanbod van producten die aan specifieke milieucriteria voldoen. Het eerste van die twee akkoorden heeft betrekking op houtproducten; het tweede regelt de detergenten.

5. Duurzame overheidsopdrachten

De overheid kan de markt doen evolueren via haar aankoopbeleid. Vanuit dat perspectief werden gidsen voor duurzame aankopen ontwikkeld om de administraties te ondersteunen bij hun keuzes.